Onvrede over regering Suriname neemt steeds grotere vormen aan
In Suriname is de onvrede over de regering nog lang niet weggeëbd. Dinsdag sloeg de vlam in de pan bij het dorp Pikin Saron, waarbij twee mannen omkwamen. Een onbekend aantal anderen raakte gewond, onder wie twee politieagenten.
Een groep mannen stak dinsdagmorgen vroeg in Pikin Saron, op zo’n 80 kilometer van Paramaribo, het lokale politiebureau en een kantoor van de bosbouwautoriteiten in brand. Daarnaast gingen zo’n tien vrachtwagens geladen met boomstammen in vlammen op en werden medewerkers van een goudbedrijf gegijzeld. De politie kon hen na enkele uren weer bevrijden.
De hele dag werd er over en weer geschoten. Volgens getuigen zou een man ongedeerd door de politie zijn afgevoerd, maar werd later zijn overlijden gemeld. Dat zette extra kwaad bloed bij veel bewoners die vermoedden dat de man is geëxecuteerd.
De inwoners van het inheemse dorp zijn al jaren ontevreden over het feit dat ze geen inspraak hebben bij de houtkap en de goudwinning in hun leefgebied. Het zijn vooral invloedrijke mensen, onder wie vooraanstaande politici, die het voor het zeggen hebben. Dat probleem speelt al jaren, maar is onder president Chandrikapersad Santokhi, die sinds 2020 aan de macht is, nog verergerd.
Vicepresident Ronnie Brunswijk, die zelf veel goud- en houtbelangen heeft in het regenwoud, zou er mede voor verantwoordelijk zijn dat grote stukken bos in de omgeving van Pikin Saron in concessie aan ondernemers zijn uitgegeven, zonder dat de plaatselijke bevolking daarvan op de hoogte was. Gesprekken daarover met de regering liepen de afgelopen weken op niets uit, wat tot de gewelduitbarsting van dinsdag leidde. „Ons bos wordt leeggeroofd en wij krijgen daar niets voor terug. Terwijl er dagelijks trucks vol met hout langs het dorp rijden. We pikken dat niet langer’’, zegt Cyril Sabajo, een van de inwoners van het dorp.
Eenheden van politie en leger zijn naar het gebied gestuurd om de rust te herstellen. Santokhi heeft de gebeurtenissen in felle bewoordingen veroordeeld. Hij bestempelde de dodelijke slachtoffers als „aanslagplegers”, maar zei niet hoe aan de grieven van de ontevreden inheemsen tegemoetgekomen zal worden.
Het zijn niet de enige problemen waar het staatshoofd mee te kampen heeft. Dinsdag hadden vakbonden opgeroepen tot een algehele staking, waar tienduizenden mensen gehoor aan gaven. Daardoor bleven alle scholen en de meeste overheidskantoren en banken in het land gesloten. Ook ziekenhuispersoneel weigerde op het werk te verschijnen.
De ontevredenheid over de regering, die er niet in slaagt de diepe financieel-economische crisis te bezweren, neemt steeds grotere vormen aan. De inflatie bedraagt ruim 60 procent en de waarde van de Surinaamse munt neemt vrijwel dagelijks af. De aanpassingen en lastenverlichtende maatregelen die Santokhi na de gewelddadige rellen van 17 februari aankondigde, zijn uitgebleven.