„Maar de raad des Heeren bestaat in eeuwigheid.”

Gods raad en Zijn gedachten blijven van geslacht tot geslacht (vers 11). Het zijn gedachten des vredes, ook wanneer ik ten oorlog moet uittrekken, ook wanneer ik mijn arme vrouw thuis moet laten, eenzaam en verlaten. Het zijn gedachten des vredes, ook wanneer ik de deur moet sluiten en beroep en werkplaats aan wie dan ook moet overlaten.

Alles roept u nu weliswaar toe: „God heeft gedachten des toorns!” U hebt gelijk wanneer u zegt: „Dat komt van onze zonden, dat wij zo bezocht worden.” Maar, mijn lieve jongeman, geef het in het aangezicht van de vijand, voor de donder van het geschut, zelfs waar u in gevangenschap zou moeten geraken, de duivel niet gewonnen! Al ben je dan een arme, verdoemenswaardige zondaar, belijd het voor God.

Ik zeg u in des Heeren Naam: „Houd vast aan wat je geleerd hebt: het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde.” God moet je geloven; je behoeft niet de vijand te geloven, niet de duivel, noch de treurgeesten geloof te schenken, maar je moet geloven wat wij zingen: „Maar d’ altoos wijze raad des Heeren houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht.” Dat is Zijn raad; en sterk u daarmee.

Troost u verder daarmee, dat u gedoopt bent in Zijn driemaal heilige Naam, terwijl u tegelijk bedenkt wat voor beloften u daarbij verkregen hebt.

H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld

(”Van oorlog en vrede, 1940)

De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.