Meer politieke aandacht voor verduurzaming van bedrijventerreinen is onmisbaar voor het dichterbij halen van de klimaatdoelstellingen.
De politiek worstelt met het maken van noodzakelijke keuzes om te voldoen aan alle klimaatdoelstellingen en CO2-reductie in het bijzonder. Het blijft bijzonder dat hierbij de mogelijkheden voor duurzaamheid op bedrijventerreinen nog steeds worden vergeten, ondanks herhaalde oproepen over die enorme duurzame potentie, zeker als het om energie gaat.
Bedrijventerreinen staan wat betreft energieverbruik met kop en schouders bovenaan. Dit terwijl met beperkte ingrepen een energiebesparing is te realiseren die even groot is als wanneer alle woonwijken aardgasvrij worden gemaakt. Maar het is zorgelijk hoe weinig aandacht er is voor het hoge energieverbruik én het verduurzamingspotentieel van de circa 3500 bedrijventerreinen in Nederland.
Van alle groene stroom die we in 2030 willen opwekken, kan 14 procent komen van bedrijfsdaken vol zonnepanelen. En bedrijventerreinen kunnen een deel van de vraag naar locaties voor schone energieproductie opvangen.
Mooi Nederland
Het is niet uit te leggen dat de landelijke politiek hiervoor zo weinig aandacht heeft. Dit terwijl het kabinet, als het die aandacht wel zou hebben, zijn doelstellingen rond de vermindering van de CO2-uitstoot een stuk realistischer zou kunnen maken. De geringe aandacht voor bedrijventerreinen is des te opmerkelijker in het licht van de terechte grote maatschappelijke ophef over de ”verdozing” en de weinig duurzame ontwikkeling van menig logistiek bedrijventerrein. Dit thema lijkt vermorzeld tussen de beleidskokers en ministeries die zich met de gebouwde omgeving bemoeien. Tegelijk blijft het debat te veel hangen in het frame van Mooi Nederland, waarbij de nadruk erop ligt dat bedrijfsterreinen te vaak ”lelijk” zijn.
De rijksoverheid is er inmiddels wel achter dat de woningmarkt, zoals tien jaar geleden werd gedacht, bepaald niet af is en dat vraagt zeker als het om verduurzaming gaat een actief ingrijpen. Dit voortschrijdend inzicht geldt bepaald niet voor de doorgevoerde decentralisatie van het beleid ten aanzien van bedrijventerreinen en de te lang totaal afwezige rol van het Rijk. Gelukkig treft minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in haar brief over de contouren voor een programma werklocaties van 14 oktober 2022 voorbereidingen om als Rijk een actievere rol te gaan spelen rond ruimte voor werken.
Hoopvol
Op provinciaal, regionaal en lokaal niveau wordt de duurzame potentie van bedrijventerreinen eindelijk erkend. De lokale en regionale bewijzen stapelen zich inmiddels op. Bijvoorbeeld op de dertien zogenoemde ”Grote Oogst”-terreinen, waarmee Noord-Brabant een grote bijdrage wil leveren aan onder andere de energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie en stikstofvermindering.
Berichten over bedrijventerreinen zoals De Hurk stemmen eveneens hoopvol. Daar slaan de provincie, VNO-NCW Brabant-Zeeland, ondernemers en de gemeente Eindhoven de handen ineen om de verduurzaming van het industriepark te realiseren. Bij het opzetten van het decentrale energiesysteem in Tholen werken de gemeente, het bedrijfsleven, de provincie Zeeland en de netbeheerder samen. Een ander voorbeeld betreft de opzet van de regionale energiecoöperatie Schiphol Trade Park, waar samen met de bedrijven, de netbeheerder, Schiphol Area Development Company (SADC) en de provincie Noord-Holland energiecapaciteiten onderling worden uitgewisseld.
Recent onderzocht ontwikkelingsmaatschappij Oost NL, in opdracht van de provincie Overijssel en Gelderland, de energiepotentie van bedrijventerreinen. Ze concludeerde dat alleen al in Oost-Nederland 330 miljoen euro aan netverzwaring en 1 megaton CO2-uitstoot per jaar kunnen worden vermeden. Hier moeten op vijftig bedrijventerreinen ”smart energy hubs” (regionale regelknoppen voor energie) worden ontwikkeld.
Op 22 maart vergaderde de Kamercommissie ”Klimaatakkoord gebouwde omgeving” over de hoofdlijnen wat betreft de voortgang van de verduurzaming van de bestaande utiliteitsbouw. Het kabinet zet in op een eindnorm, om aan vastgoedeigenaren duidelijkheid te geven over het te bereiken ambitieniveau voor bestaande utiliteitsbouw, en hoe ze bij hun renovatieplannen hiermee rekening kunnen houden. Wel wordt over energielabel C voor kantoren en over sportaccommodaties gesproken, maar typerend genoeg zijn bedrijventerreinen weer vergeten.
We roepen de ministers De Jonge, Jetten en Adriaansens daarom op snel helderheid te geven over de enorme klimaatpotentie van bedrijventerreinen voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving en te werken aan duidelijke kaders. Ervaring leert dat ondernemers en eigenaren op bedrijventerreinen bij duurzame investeringen behoefte hebben aan langjarige duidelijkheid. Actieve bemoeienis, zoals geldt op andere dossiers over de verduurzaming van de gebouwde omgeving, hoort hierbij. Zonder méér politieke aandacht voor verduurzaming van bedrijventerreinen komt het halen van de klimaatdoelstellingen bepaald niet dichterbij.
Theo Föllings is voorzitter van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN), Cees-Jan Pen is lector ”De Ondernemende Regio” aan Fontys Hogeschool Economie en Communicatie en lid van de adviesraad van SKBN.