Overheid moet kerk meer ruimte geven
Mochten de kerken stoppen met hun steun aan mensen in armoede, dan valt er een groot gat in de samenleving. De overheid moet dat erkennen én waarderen en de kerk als bondgenoot zien. Voor koudwatervrees is geen reden.
„Ja, er komen hier wel meer ouderen die thuis eenzaam zijn”, zei de vrolijke oudere vrijwilliger die koffie schonk en voor iedereen een vriendelijk woord had. Op werkbezoek in de Warme Huiskamer van het Leger des Heils in Goes viel het me weer op. Wat kunnen kerken tot zegen zijn in deze weerbarstige tijd.
Vandaag is het biddag voor gewas en arbeid. Een dag waarop we onze handen vouwen. We weten immers: in alles zijn we van de Heere God en Zijn zegen afhankelijk. Als de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan. Dat gaat om ons dagelijks brood, maar ook om al die andere arbeid.
Als gelovigen mogen we ook in deze steeds meer seculiere samenleving laten zien dat we navolgers van Christus zijn. In alle tijden, op allerlei plaatsen. Hoe de overheid ook handelt, christenen volgen de Heere Jezus na en tonen iets van Zijn liefde. In de opvang van de vluchteling en de zorg voor de dakloze. In het opkomen voor de mensen die tussen wal en schip vallen, die pech hebben. Omzien naar die éne die het moeilijk heeft. En wat is er veel nood, ook in ons rijke land.
Ik zie mooie voorbeelden van christenen die, gedreven door hun geloof, het verschil maken. Denk bijvoorbeeld aan die Warme Huiskamer. Of aan het Leger des Heils, dat gezinnen, jongeren en ouderen bij wie het leven tegenzit, ondersteunt. Denk aan de missionaire plek ”Geloven in Moerwijk” in hartje Den Haag. Een kerk die geestelijke ondersteuning biedt én een voedselbank heeft. Waar ze dag aan dag laten zien: u bent niet vergeten.
En zo zijn er nog veel meer van dergelijke initiatieven. Van oude stadswijken tot dorpen: kerken zorgen voor verbondenheid en maken zich sterk voor het omzien naar elkaar. Het is de plek waar mensen terecht kunnen voor een kopje koffie, een luisterend oor of een helpende hand. Ze weten: hier word ik gezien. Barmhartigheid is een roeping die de kerk al eeuwenlang op zich neemt.
Enorme omvang
Wie verbondenheid ervaart, denkt niet in een prijskaartje. Wie liefde geeft, telt geen uren. Maar toch, rekensommen geven wel een indruk van de enorme omvang van dit werk. Zo schatte het rapport ”Gerechtigheid en barmhartigheid” dat in 2022 vanuit kerken 2,3 miljoen uur werd besteed aan de steun voor mensen in armoede. Eveneens concludeerde het rapport dat kerken en diaconale organisaties bijna 41 miljoen euro hebben uitgegeven aan bestrijding van armoede. Onderzoeksbureau Kaski rekende eerder uit dat kerken via vrijwilligerswerk jaarlijks voor vierhonderd miljoen euro bijdragen aan de samenleving.
Mochten de kerken hiermee stoppen, dan valt er een groot gat in de samenleving. De overheid moet dat erkennen én waarderen. Mijn oproep is daarom dat de overheid de kerk ziet als bondgenoot. Te vaak loopt het echter spaak en is er onnodige koudwatervrees. Terwijl meer ruimte voor het goede werk van de kerk tot zegen is voor de hele samenleving.
Religiestress
Soms is er letterlijk gebrek aan fysieke ruimte. In de grote steden groeit het aantal leden van veelal multiculturele kerken sterk. Heel wat stadsbesturen houden in hun ontwikkelplannen echter onvoldoende rekening met huisvesting van kerken. Zij gaan ervan uit dat geloven iets uit het verleden is. De ChristenUnie knokt ervoor om dat tij te keren.
Ook buiten de grote steden is het belangrijk dat kerken ruimte hebben. Het kost voor kleine gemeenschappen vaak te veel om de soms eeuwenoude kerkgebouwen in stand te houden. De overheid kan hier bijspringen, zowel als verbinder met andere maatschappelijke organisaties als met subsidie.
Het gaat vaak ook om de ruimte voor de kerk om een maatschappelijke partner te kunnen zijn. Maar al te vaak is er in de politiek sprake van religiestress. Dan gaat het om partijen en overheden die de scheiding tussen kerk en staat opvatten als een muur tussen geloof en de samenleving.
Zo stelde D66 Rotterdam afgelopen najaar het ”discriminerende” beleid van het Leger des Heils aan de orde. De christelijk geïnspireerde organisatie neemt immers christenen in dienst en dat zat de liberalen dwars. Gelukkig gaf het college enkele weken later de partij nul op het rekest: het Leger des Heils discrimineert niet. Daar ben ik dankbaar voor. Immers, een organisatie die met passie en overtuiging helpt, mag mensen vragen om vanuit diezelfde passie en overtuiging te werken. Dit voorbeeld geeft echter wel aan hoe moeizaam de politiek de relatie met christelijke organisaties vaak vindt.
Betekenisvol werk
Al eeuwenlang geeft de kerk invulling aan het navolgen van de Heere Jezus. Ze bereikt kwetsbare mensen die de overheid niet kan bereiken. Springt bij waar de overheid steken laat vallen. Zo doet ze waarvoor ze is geroepen: de Heere God én de naaste liefhebben. Ik maak me sterk voor een overheid die oog heeft voor dat betekenisvolle werk, daar ontspannen en royaal mee omgaat en zo werkt aan een land waarin we ruimte geven aan elkaar.
De auteur is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer.