Een marktplein vol symboliek
De stad staat niet direct als een toeristentrekker te boek. Hij is vooral bekend doordat Mercedes-Benz er dure wagens van de band laat rollen. Nu is die fabriek zeker het bezichtigen waard, maar het 1200 jaar oude Bremen heeft veel meer in huis dan industrie alleen. Zo toont het in doemuseum Universum zijn wetenschappelijke en in Botanika zijn natuurlijke gezicht. Maar hoe ziet zijn hart eruit? Een blik op het centrum.
Startpunt is het Centraal Station, op ruim 2,5 uur treinen van Enschede. Een VVV-gids zet koers in zuidwestelijke richting. Al snel doemt een groene gordel op die zich langs de rivier de Weser slingert. „Hier lagen in de Middeleeuwen de wallen van de stad. Vijf poorten gaven toegang tot het centrum. Een ervan was uitsluitend voor de bisschop bedoeld”, vertelt ze. „In 1802 besloot de senaat de wallen om te bouwen tot een park waar elke burger zich zou kunnen ontspannen.”
In vroeger tijden stonden er dertien molens. Tegenwoordig is er daarvan nog slechts één over. „Een typisch Nederlandse windmolen. Hij is in 1889 na blikseminslag opnieuw opgebouwd en biedt nu plaats aan een restaurant.”
Aan de overkant van de rivier voert de Sögestrasse naar het hart van Bremen. De naam verwijst naar de varkens (zeugen) die met name in de Middeleeuwen door de ”Herdertor” de stad in werden gedreven. Een paar bronzen dierenbeelden aan het begin van de weg houden de herinnering levend. Tegenwoordig blijkt het lot van de beesten niet veel beter dan vroeger: even verderop draaien hele varkens aan een spit in de rondte. Ze ruiken heerlijk.
Provocatie
Aan het eind van de Sögestrasse ligt de markt. „Een van de hoogtepunten van Bremen”, vindt de gids. Ze heeft gelijk. Wat een prachtig plein. Op het plaveisel in het midden prijkt een groot Hanzekruis als herinnering aan de burgers die ervoor hebben gezorgd dat Bremen sinds de vroege Middeleeuwen een stad is waar het volk regeert. Daaromheen staat een verzameling indrukwekkende gebouwen en beelden: bronzen Bremer stadsmuzikanten, het raadhuis, ridder Roeland, de Sint-Petruskathedraal, het Parlement, de Kamer van Koophandel, vier patriciërshuizen met geweldige gevels, de 11e-eeuwse Onze-Lieve-Vrouwekerk en de Waag.
De opstelling bevat een behoorlijke dosis symboliek, vertelt de gids. „Het raadhuis vertegenwoordigt de politieke, het Parlement de burgerlijke en de Kamer van Koophandel de economische macht. In het midden van het plein staat ridder Roeland, het symbool van de vrijheid. Hij kijkt naar de kerk, een duidelijke provocatie richting geestelijkheid. Een legende zegt dat de vrijheid van Bremen is gewaarborgd zolang Roeland overeind blijft. Valt hij, dan moet er binnen 24 uur een nieuw beeld komen. Gelukkig hebben we er twee op voorraad.” Of de voorraad wijn van 1 miljoen liter in de kelder van het raadhuis ook een symbolische betekenis heeft, blijft in het midden.
Fabel
Aan de westkant van het raadhuis staan de „vier ambassadeurs” van de stad, de bronzen stadsmuzikanten. Het gaat om een ezel met op zijn rug een hond met op diens rug een kat die op haar beurt een haan draagt. De lokale beeldhouwer Gerhard Marcks maakte het beeld in 1951. De sculptuur verwijst naar een fabel van de bekende gebroeders Grimm over vier dieren die zo oud zijn dat hun bazen ze willen afmaken. De beesten vluchten naar Bremen om daar muzikant te worden. Ze kunnen de stad echter niet in één dag bereiken en besluiten ergens te overnachten. Hun oog valt op een rovershol. Ze weten de bewoners -die denken dat er een monster aan de deur staat- te verjagen en leven daar nog lang en gelukkig.
Tot zover het sprookje, de moderne legende is volgens de gids heel anders. „Als je de twee poten van de ezel vastpakt en je doet een wens, dan gaat die in vervulling. Pak niet per ongeluk één poot beet, want dan zeggen de Bremenaren: De ene ezel geeft de andere een hand.”
De Kamer van Koophandel is gebouwd in 1537 in Vlaamse renaissancestijl. Op de gevel prijkt de spreuk: ”Buiten en binnen, wagen en winnen”. De wapens boven de ramen verwijzen onder meer naar Bergen, Brugge en Londen. De dubbele adelaar met de sleutel symboliseert de vrijheid.
Carillon
Achter de Sint-Petruskathedraal -„vroeger rooms-katholiek, nu evangelisch”- begint de oudste wijk van Bremen: Schnoor. Zo’n 120 huizen uit de 15e en de 16e eeuw lijken in de smalle, kronkelige straatjes te vechten om ruimte. Ze bieden vooral plaats aan kunstenaars, goudsmeden en galeriehouders. Vermeldenswaardig zijn onder meer het Jacobushuis -„voor de Reformatie een overnachtingsplek voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella”- het ”huwelijkshuis”, dat zich het kleinste hotel ter wereld noemt, en het Schippershuis uit 1630. Schnoor wordt begrensd door de Weser. Vanaf de Schlachte Promenade heb je goed zicht op langsvarende schepen. De vele terrasjes zien er uitnodigend uit.
De beroemde 110 meter lange Böttcherstrasse leidt vanaf de rivier terug naar de markt. Ludwig Roselius, de uitvinder van cafeïnevrije koffie, realiseerde het straatje rond 1930. Het vormt een interessante mix van oude en moderne bouwkunst. Absoluut een blik waard is het Haus mit dem Glockenspiel. Een carillon met porseleinen belletjes toont drie keer per dag -om 12.00, 15.00 en 18.00 uur- tien uit hout gesneden poppetjes, zeehelden. De hele toren rond het carillon draait op die tijdstippen rond om de figuren goed te laten zien. Een toerist die na een vol dagje Bremen de trein terug naar Nederland wil halen, heeft er geen oog voor. Hij telt tijdens zijn sprint alleen het aantal slagen.
Meer informatie: Duits Verkeersbureau, tel. 020-6978066 en www.bremen-tourism.de.
Meer bezienswaardigheden
Universum, soort natuurkundig doemuseum waarin de mens, de aarde en de kosmos centraal staan. Evolutionistische invalshoek. Meer informatie: 0049-42133460, info@universum-sc.de en www.universum-bremen.de.
Botanika, museum met bijbehorende tuinen dat aandacht schenkt aan het groeien en bloeien van planten, met name rododendrons. Meer informatie: 0049-42136189789, info@botanika.net en www.botanika.net.