Heijnen: omslag naar kringloopeconomie moet ambitieuzer
Er moet meer gebeuren om de doelen voor een circulaire economie te halen, vindt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu). „Alleen met meer ambitie, heldere regels en circulair ondernemerschap blijft het doel om in 2050 een economie nagenoeg zonder afval te hebben haalbaar”, aldus Heijnen. Vorige week was het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nog erg kritisch op het kabinet: volgens het planbureau heeft Nederland nog nauwelijks stappen gezet en zijn de maatregelen tot dusver te vrijblijvend.
Het kabinet wil nu onder meer regelen dat een verplicht percentage gerecycled materiaal wordt gebruikt als grondstof in andere producten, staat in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE). Ook moeten producenten gaan betalen voor milieuschade. Verder wil het kabinet dat er meer circulair wordt gebouwd en wordt hergebruik gestimuleerd. De overheid wil daarnaast zelf meer bureaus of stoelen circulair inkopen. Hoe de maatregelen er precies uit gaan zien, wordt nog verder uitgewerkt.
Verder blijft „een grote rol weggelegd voor bedrijven en inwoners van Nederland”, die meer betrokken worden door „subsidie- en fiscale regelingen”. Ook wil ze de komende jaren „niet alleen nieuwe regels invoeren, maar ook met tal van bedrijven en organisaties afspraken maken om meer circulair te werken”. Juist op dergelijke maatregelen was het PBL vorige week kritisch. Niet de goede wil van burgers en bedrijven, maar juist strenger beleid is nodig volgens het planbureau.
De doelen die Nederland wil halen zijn volgens het bureau dan nog ver buiten bereik. In 2030 moet het gebruik van nieuw gewonnen metalen, fossiele brandstoffen en mineralen zijn gehalveerd en in 2050 wil Nederland volledig circulair zijn. Sinds 2016, toen de doelen werden gesteld, is volgens het bureau amper iets gebeurd om ze te halen. In 2019 én 2021 kwam het PBL met soortgelijke bevindingen. Vorige week kon Heijnen bij de presentatie van het PBL-rapport niet zeggen of de doelen door het NPCE nu wel binnen bereik zijn. „Maar ik hoop het wel.”
Wel komt het kabinet nu tegemoet aan een ander kritiekpunt van het PBL. Volgens het bureau is het nodig dat niet alleen Heijnen zich bezighoudt met circulaire economie, maar dat er een „kabinetsbrede aanpak” komt. De overgang heeft immers ook invloed op de woningmarkt, het klimaat, landbouw, economie en buitenlandse handel. De hiervoor verantwoordelijke ministeries werken mee aan het thema, aldus Heijnen.