Bijbelboek Jeremia is trauma- en overlevingsliteratuur
Onze Godsbeelden kunnen gaan fungeren als afgodsbeelden. Daarom dienen ze te worden getoetst aan de kritische stemmen van de Schrift. Niet het minst ook aan de stem van Jeremia.
Twee hoofdlijnen tekenen zich af in Jeremia’s beeld van God: die van Gods soevereiniteit en die van Gods bewogenheid. Als Koning en Schepper legt Hij een soevereine claim op Israël en de andere volken. God oefent zijn heerschappij echter niet in kille afstandelijkheid uit, maar in grote bewogenheid, zodanig zelfs dat dit zijn soevereiniteit onder druk zet. Het Godsbeeld van Jeremia is niet dat van een onaangedaan wezen, maar van Iemand die uitermate kwetsbaar is door wat mensen doen en intens betrokken is bij wat zij ondergaan. Meer dan in andere profetische boeken is er in Jeremia sprake van een hele reeks emoties in God: toorn, geduld, liefde, pijn, berouw, vreugde.
Geen gesloten systeem
De emotie die de lezer van Jeremia vermoedelijk het meest opvalt, is de toorn van God. Jeremia ontmaskert een wereld van onrecht, kwaadaardigheid en afgoderij. Die wereld laat God niet koud, maar raakt Hem in zijn hart: Hij is er woedend over. Des te opmerkelijker is het dat de uitvoering van Gods toorngericht in Jeremia als het ware steeds wordt opgeschoven, en wel door zijn lankmoedigheid, de tweede emotie die het Godsbeeld van Jeremia kleurt. God blijft in zijn geduld rusteloos zoeken naar het hart van zijn volk, in een ultieme poging het te redden van het naderende onheil.
Dit hangt samen met een derde emotie, voor het Godsbeeld van Jeremia de meest bepalende: de liefde van God. Als het oordeel onontkoombaar is en de geschiedenis van God met zijn volk naar een definitief eindpunt gaat, zelfs dan opent God in zijn genade en liefde toch weer een deur naar een menselijkerwijs gesproken onmogelijke nieuwe toekomst.
Deze liefde gaat zo ver dat er onverholen sprake is van de pijn, de smart van God. Meer dan bij welke andere Schriftprofeet ook speelt in Jeremia de klacht een grote rol. Kunstenaars als Michelangelo en Rembrandt hebben om deze reden Jeremia afgebeeld als de klagende, wenende profeet. Het thema van de klacht is ook van toepassing op God. Het lijden van de profeet weerspiegelt Gods lijden, in Jeremia’s klacht weerklinkt Gods klacht over zijn volk.
Dit staat weer dicht bij een vijfde emotie in Jeremia’s Godsbeeld: het goddelijke berouw. Gods soevereine plan is geen gesloten systeem, omdat Hij zo geraakt kan worden door de reactie van de mens, dat Hij zijn gerichtswoord herroept of zijn oordeelswerk beëindigt.
Als zesde en laatste emotie in Jeremia’s Godsbeeld noem ik de vreugde van God. Slechts eenmaal is hiervan sprake (32:41), maar dan wel op een centrale plaats, in het Troostboek van Jeremia.
Kruis van Christus
De twee hoofdlijnen van soevereiniteit en bewogenheid zijn bepalend voor de contouren van het Godsbeeld van Jeremia. Maar wat is de verhouding tussen die beide lijnen, omdat ze toch op gespannen voet met elkaar lijken te staan?
De hoogspanning in het Godsbeeld van Jeremia speelt vanaf het begin van het boek een rol. De profeet krijgt de opdracht om met zijn boodschap uit te rukken en te verwoesten, te vernietigen en af te breken, én om op te bouwen en te planten. In dit beeld van God, die een vernietigend oordeel over alle kwaad brengt en tegelijk daar zelf onder lijdt, omdat Hij zijn volk niet kán en niet wíl loslaten, ligt een hoogspanning die Bijbels-theologisch gezien voorbereidt op de boodschap van het kruis van Christus.
Trauma en hoop
Jeremia is traumaliteratuur. Israël wordt gedecimeerd en verstrooid over de wereld, puinhopen blijven over. Met alle vragen van dien: Hoe kon het zover komen? Wie heeft schuld hieraan? Waar was God, de God van het verbond, die toch onze Vader is en in Sion troont? Is deze catastrofe teken van zijn onmacht? Heeft de wereldmacht Babel het laatste woord? Op al deze vragen gaat Jeremia in, met een Godsbeeld dat voor de eerste hoorders zeker net zo schokkend zal zijn geweest als voor lezers vandaag, omdat het haaks stond op traditionele Godsbeelden. Maar het is wel een Godsbeeld dat direct aansloot op de realiteit van die dagen, en dat daarmee ook een weg wees in de diepe crisis.
De ondergang van Juda en Jeruzalem is niet te wijten aan een blind noodlot, maar te duiden als oordeel Gods over het kwaad. Tegelijk predikt de profeet Jeremia een God die zelf worstelt met de verschrikkingen die plaatsvinden. Een God die, ondanks het verraad door wie Hij liefhad en de afwijzing waaronder Hij lijdt, toch nimmer opgeeft, maar doorgaat. Gods tranen vormen een belofte voor de toekomst, en niet minder de eeuwige liefde van God, die van begin tot eind door het boek Jeremia heen schemert.
Aldus gelezen vormt het boek Jeremia overlevingsliteratuur, om Israël te leren het verleden te duiden, in het heden een weg te vinden en voor de toekomst hoop te voeden.
Gans Andere
Het Godsbeeld van Jeremia botst volstrekt met een vaag, onpersoonlijk beeld van God dat Hem reduceert tot ”iets” of een oerprincipe. De God van Jeremia is intens en persoonlijk betrokken op de realiteit. Jeremia’s Godsbeeld verdraagt zich ook slecht met humaniserende beelden van God die een eenzijdig accent leggen op zijn alles vergevende liefde. Niet minder staat Jeremia’s Godsbeeld op gespannen voet met strak omlijnde beelden van God die Hem inkapselen naar eigen theologische voorkeuren, waaraan religieuze claims van zekerheid gehecht worden. Jeremia doorbreekt de kaders van geijkte theologische tradities met zijn prediking van een God die de Gans Andere is, de Levende.
Onze Godsbeelden kunnen gaan fungeren als afgodsbeelden. Daarom dienen ze te worden getoetst aan de kritische stemmen van de Schrift. Niet het minst ook aan de stem van Jeremia. Zijn stem klinkt bij tijden duister en schril, en het beeld van God dat oprijst uit zijn profetieën is schijnbaar tegenstrijdig, verwarrend soms en verbijsterend. Maar waar in de diepten van het menselijk leven zó over God gesproken kan worden, als de God die in machtige woede aan onrecht en kwaad een einde maakt en toch zijn volk Israël en de volken niet loslaat, kan een mens door de soms onbegrijpelijke diepten van het leven heen een weg vinden om verder te gaan. In de wetenschap dat hij mag vallen in de handen van de levende God.
Woord voor alle tijden
Het jeremiaanse getuigenis van God kan ons doen huiveren, maar zijn onnaspeurlijke wegen leiden via Golgotha naar het leven. Zo blijft het Oude Testament het krachtige Woord van God voor alle tijden, ook voor de kerk en de wereld van vandaag.
Dit artikel is een samenvatting van het college dat de auteur op 27 januari gaf ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.