Meditatie: Liefde tot God
1 Johannes 5:3
„Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.”
Gods kinderen overwinnen de wereld, en dat met hun hart. Zij worden aan God geheiligd om de zonden in de hoogste mate te haten en zijn geneigd om de zonden gedurig de oorlog te verklaren en voelen geen groter last dan de zonden. Zij haten de zonden, in plaats van die lief te hebben. Zij hebben een zeker doel en het vaste voornemen om, al veranderde de gehele wereld, zich onbeweeglijk aan God te zullen houden. Zij hebben zich voorgenomen, met een gedurige aansporing, om voortuitgang te beoefenen bij het betrachten van al Gods instellingen. Zij willen God geven wat van God is, de naasten wat van hen is en de ene deugd voegen bij de andere en zo het geloof en de deugd voegen bij de lijdzaamheid (2 Petrus 1:5-6). Dat zal u zeer vast maken, dat die deugden zo uw ziel veranderen. In tijden van verzoeking slaan ze die gedurig af. Er is geen grote of buitengewone kracht voor nodig. In een zoete stilte is uw meeste kracht. Als zij voelen dat de zonde wil binnenkomen, onttrekken zij zichzelf daaraan en laten die niet toe. Dat deed Jozef, toen hij wegliep. Hij liet de zonden niet binnenkomen. Als u maar geen wil hebt om te zondigen, dan hebt u slechts de wacht te houden om de vijand noch in-, noch uit te laten gaan.
J. van Lodenstein, predikant te Utrecht
(”Verzameling van Keurstoffen”, 1748)