Weerwoord: Zegent God een leugen die een hoger doel dient?
Zegent God een leugen die een hoger doel dient?
Onlangs sprak ik met een belijdeniscatechisant over ”gewoontezonden”, zonden die men ”normaal” vindt. De jongen zei dat in onze gezindte het liegen wel als zo’n gewoontezonde kan worden aangemerkt. Hij kon weleens gelijk hebben… Maar lezen we in de Bijbel niet van mensen die God dienden, maar soms óók de toevlucht namen tot de leugen?
Zo staat er van Rachab dat zij onwaarheden over de verspieders vertelde. Daarmee redde zij hun leven en in feite ook haar eigen leven. En wat te denken van de twee godvrezende verloskundigen in Egypte die zouden hebben gelogen over de geboorte van de Joodse jongetjes? Mozes plaatst Sifra en Pua (Exodus 1:15) tegenover de bloeddorstige en geen mens ontziende farao. Mogelijk waren het twee leidinggevende verloskundigen (kanttekening 21) met de Egyptische nationaliteit, die werkzaam waren in het gebied rond farao’s residentie. De vrouwen krijgen in het geheim de opdracht om alle pasgeboren jongetjes te doden. Maar ze doen het niet. Wij lezen: „Doch de vroedvrouwen vreesden God” (Exodus 1:17a). Als zij vervolgens bij de farao ter verantwoording worden geroepen, geven zij als antwoord dat de Joodse vrouwen lichamelijk sterker zijn dan Egyptische vrouwen en dat ze eigenlijk altijd ”te laat komen”… Het kind is er al voordat zij iets kunnen doen (Exodus 1:19), luidt hun verklaring.
Opvallend is dat de verloskundigen persoonlijk een bijzondere zegen ontvangen. Het wordt zelfs twee keer vermeld dat het de zegenende handen van God zijn (vers 20- 21). De Heere „bouwde hun huizen”. Daarover lezen wij vaker in Gods Woord. Zo werd Abraham, die getrouw was aan de roeping om huis, land en familie te verlaten, rijk gezegend. Jozef was getrouw in de dienst aan de Heere. De vijandschap die dat bij zijn broers gaf, leidde tot een verschrikkelijke actie: hij werd verkocht aan een slavenhandelaar. Maar telkens lezen wij dat de Heere hem zegende. En die zegen werd ook steeds zichtbaarder voor de buitenwereld.
Maar geeft God dan ook een zegen als wij gebruik maken van de leugen, wanneer die een hoger doel dient? De opvattingen hierover lopen uiteen. In de kerkgeschiedenis zien wij dat de noodleugen verschillend wordt beoordeeld. Calvijn, die de noodleugen afwees, „verwijt” de vrouwen gebrek aan geloofsvertrouwen. Bullinger was genuanceerder dan Calvijn. „Augustinus stond met zijn strakke visie tegenover Hiëronymus”, schrijft collega Moehn in eerdere bijdrage (RD 6-9-2019). De Statenvertalers lijken de gulden middenweg te zoeken. Zij tekenen aan dat de zegen van de Heere alleen ziet op het resultaat, namelijk hun gehoorzaamheid aan God (kanttekening 24). Een geheel andere verklaring geeft Matthew Henry, daarin gevolgd door Thomas Scott. Hij wijst op de hand van de Heere, die gaf dat de moeders en de kinderen zó gezond waren dat de verloskundigen daadwerkelijk te laat kwamen. „Kijk”, zegt onze uitlegger, „dat werd door deze vroedvrouwen opgemerkt, en zij zagen er de vinger van God in, en hierdoor verkregen zij vrijmoedigheid om de koning ongehoorzaam te zijn ten gunste van hen, die aldus door de hemel begunstigd werden, en zij rechtvaardigden zich er mee tegenover Farao toen hij haar ter verantwoording riep.”
Laten wij ons ervoor hoeden om al te gemakkelijk een oordeel over de godvrezende vrouwen te geven. De noodleugen pasten de vrouwen niet toe om er zelf ”beter” van te worden, maar om het leven van jonge kinderen te beschermen. De waarheid zou in dezen de vorst der duisternis hebben gediend. Moet het voor ons niet voldoende zijn dat God de vrouwen heeft gezegend? Laat ons dan niet wijzer dan God zijn. Aan de andere kant moeten wij niet te gemakkelijk denken dat onwaarheden vertellen wel geoorloofd is als wij er een hoger doel mee willen dienen. Steeds moet ons voor ogen staan dat de leugen een ernstige zonde is en dat die in onze Heidelberger Catechismus wordt verbonden met de werken van satan (Zondag 43).
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht en bijzonder hoogleraar kerk, recht en samenleving (vanuit RMU) aan de TUA. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.
> rd.nl/weerwoord