„Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof.” „Gods geboden zijn niet zwaar” (1 Johannes 5:3). 1 Johannes 5:4 geeft de reden weer: „Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld.” De apostel spreekt over al wat uit God geboren is. Dat is niet omdat de gelovige uit het Wezen Gods geboren is, zoals Jezus: „Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd” (Psalm 2:7). De Zoon heeft hetzelfde Wezen als de Vader. Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn (Filippenzen 2:6). Het betekent ook niet dat het slechts zou zijn door de algemene werking van God, waardoor alle schepselen door God zijn voortgebracht. Daarom wordt God door hen de Vader genoemd. Hebben wij niet allen één Vader? Heeft niet één God ons geschapen? Waarom handelen wij dan trouweloos tegenover elkaar, terwijl we het verbond van onze vaderen ontheiligen (Maleachi 2:10)? God laat hun ziel door een gunstig liefdewerk van Zijn Heilige Geest geestelijk leven, om geestelijke werken te doen tot eer van God de Schepper. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken (Efeze 2:10). Dit wordt een geboorte uit water en Geest genoemd (Johannes 3:5), of een geboorte van Boven, zoals de tekst eigenlijk wil zeggen. Dit is het nieuwe schepsel. „Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel” (2 Korinthe 5:17). _J. van Lodenstein, predikant te Utrecht_ (”Verzameling van Keurstoffen”, 1748)