Onderzoek: samenstelling darmbacteriën verstoord bij depressie
Mensen met een depressie hebben een andere bacteriesamenstelling in de darmen dan mensen die mentaal gezond zijn.
Dat blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Amsterdam UMC, de Universiteit van Amsterdam en het Erasmus MC, dat dinsdag werd gepubliceerd in vakblad Nature Communications.
Bij mensen met een depressie blijken bepaalde bacteriestammen ondervertegenwoordigd te zijn. Deze bacteriën produceren signaalstoffen, zogenaamde neuro- transmitters, die een belangrijke rol spelen bij een depressie.
De onderzoekers denken daarom dat het mentale welzijn van mensen kan worden verbeterd door de bacteriesamenstelling in de darmen te beïnvloeden.
„Deze resultaten geven richting aan toekomstig onderzoek naar mogelijke behandelingen, denk daarbij aan probiotica, prebiotica, synbiotica, poeptransplantatie, leefstijl en dieet”, zegt Anja Lok, psychiater en onderzoeker bij Amsterdam UMC.