De op Walcheren als zoon van een grossier geboren Maljers was eind twintigste eeuw een van de belangrijkste bestuurders in het Nederlandse bedrijfsleven. Na zijn studie economie aan de Universiteit van Amsterdam trad hij in 1958 in dienst bij zeep- en levensmiddelenconcern Unilever. In 1974 nam hij zitting in de raad van bestuur, tien jaar later werd hij voorzitter. Hij leidde het concern tot 1994.

Toen een vijandige overname dreigde, besloot hij tot concentratie op kernactiviteiten als levensmiddelen, wasmiddelen en toiletartikelen. Volgens NRC geloofde hij niet in een in consensus genomen besluit: dat is altijd een compromis en dus nooit de beste keuze.

Later was Maljers commissaris bij diverse grote bedrijven zoals KLM, Philips en ABN AMRO. Ook was hij hoogleraar bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit.

De geboren Zeeuw werd door de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Verkeer en Waterstaat regelmatig ingeschakeld voor opdrachten. Zo was hij onder meer betrokken bij de poging om vliegtuigbouwer Fokker in 1996 van de ondergang te redden en voorzitter van de commissie die in 2006 onderzocht of er alternatieven waren voor het onder water zetten van de Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder.

Toen Willem-Alexander nog kroonprins was, was Maljers zijn zakelijk mentor. Hij leerde hem hoe je een bedrijfsbalans moet lezen.

Maljers wordt vrijdag in Wassenaar begraven, naast zijn in 2019 overleden vrouw. Hij laat twee zoons en zeven kleinkinderen achter.