Dat stelt stikstofminister Christianne van der Wal in donderdag verstuurde antwoorden op Kamervragen van Derk Boswijk (CDA), Thom van Campen (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie).

Het kabinet zet zich „maximaal in” om schade die PAS-melders ondervinden door „onontkoombare handhaving” te vergoeden, aldus Van der Wal. Hiervoor is een schadeloket ingericht. „Helaas komt niet alle schade voor vergoeding in aanmerking”, stelt ze. Er kan niet meer schade worden vergoed dan waar juridisch aanspraak op kan worden gemaakt. Als reden voor de stelling dat de overheid een dwangsom niet kan vergoeden, noemt de bewindsvrouw het risico dat het geld moet worden terugbetaald als de vergoeding niet voldoet aan „de juridische kaders. Het is daarom ook in het belang van de ondernemer dat het Rijk zorgvuldig beoordeelt welke schade voor vergoeding in aanmerking komt.”

Realistisch

Eerder dit jaar, eind februari, is een programma om PAS-melders aan een vergunning te helpen (legaliseren) vastgesteld. Uiterlijk in februari 2025 moeten maatregelen genomen zijn waarmee legalisatie van de meldingen mogelijk is. Op de vraag hoe realistisch het is dat dit wordt gehaald, stelt Van der Wal dat er door twee uitkoopregelingen „ruim voor de wettelijke termijn” ruimte beschikbaar komt.

Gevraagd naar de optie van een noodwet stelt de minister dat voor een juridisch houdbare vergunning voor melders maatregelen genomen moeten worden genomen die de effecten van de stikstofneerslag verminderen of voorkomen. „Een noodwet lost dat probleem niet op.” Ook zal een noodwet „waarmee voorbij gegaan wordt aan de vergunningplicht of de beginselplicht tot handhaven” geen stand houden voor een rechter, aldus Van der Wal.

De minister schrijft verder dat de landsadvocaat heeft laten weten dat het moeilijk is voor de provincie Overijssel om af te zien van handhaving, oftewel het opleggen van dwangsommen. „De beginselplicht tot handhaving is een streng uitgangspunt, waarom niet snel een uitzondering wordt aangenomen in de rechtspraak”, aldus Van der Wal.