Tegenstanders fusie GKV-NGK doen appel op GKV om aan gezonde leer vast te houden
Velen in de GKV die bezwaar maken tegen de fusie van GKV en NGK willen graag werken aan herstel van de gereformeerde oecumene. Het is onterecht hen voor te stellen als tegenstanders van de kerkelijke eenheid.
Met zijn artikel ”Derde exodus uit vrijgemaakte kerken heeft geen alternatief” (RD 22-11) geeft ds. L.E. Leeftink zijn zienswijze op hoe de vlag er in de gereformeerde gezindte bij hangt. Hij wil laten zien dat de huidige bezwaarde leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) tussen wal en schip zullen terechtkomen als ze bij hun bezwaren tegen de GKV-koers blijven.
Het artikel straalt weinig bekommernis uit jegens deze bezwaarden. Wie moeite heeft met de fusie tussen de GKV en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), per 1 mei 2023, doet er volgens de auteur goed aan zich maar te voegen bij de traditionele niet-bevindelijke kerken: De Gereformeerde Kerken (hersteld) (DGK) en de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN), die zich in een eerder stadium losmaakten van de GKV. Daar passen de bezwaarden beter bij dan bij de huidige GKV, die samen met de NGK een nieuwe, modern gereformeerde kerk wil vormen.
Gebondenheid
Persoonlijk had ik het wel zo pastoraal gevonden als ds. Leeftink ook de inhoud van de bezwaren tegen de voorgenomen fusie had weergegeven. Ik weet namelijk dat veel bezwaarden maar al te graag willen werken aan het herstel van de gereformeerde oecumene in ons land. Maar dan wel in gebondenheid aan het geloof van de kerk. Zelf, ook bezwaard over deze fusie, heb ik in 2019 daarover nog een boek geschreven: ”Samen Gereformeerd. Het licht op Groen”.
Uit het artikel maak ik op dat de bezwaarden in de ogen van ds. Leeftink tegenstanders van de kerkelijke eenheid zijn, als zij zich niet zullen aansluiten bij het nieuwe kerkverband, de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NeGK), dat volgens hem juist aan deze gereformeerde oecumene gestalte zal geven: „Alle plaatselijke kerken die Bijbelgetrouw gereformeerd willen zijn, mogen zich daarbij aansluiten. Opdat zij allen één zijn rondom een open Bijbel en met Jezus Christus in het centrum – ook als men het niet in alles met elkaar eens is.”
Tussen wal en schip
De inhoud van de bezwaren tegen de fusie tussen de GKV en de NGK betreft:
A. De kerkorde van het nieuw te vormen kerkverband. De bezwaren hiertegen komen op het volgende neer:
1. De band aan de gereformeerde belijdenis zal een ”losse” band worden. Vanaf 1 mei is de eigenlijk band: alleen de Bijbel!
Overigens maakt ds. Leeftink terecht onderscheid tussen de huidige confessioneel-gereformeerde GKV en de nieuw te vormen NeGK, waarin alle Bijbelgetrouw-gereformeerde kerken welkom zijn. Zo moet de prediking voortaan alleen aan de hand van de Bijbel beoordeeld worden. Terwijl van de ouderlingen en diakenen niet langer meer wordt gevraagd dat ze de Drie Formulieren van Eenheid ondertekenen. De gezonde leer, zoals beleden in de Drie Formulieren van Eenheid, valt daarmee tussen wal en schip.
2. De gereformeerde leer is niet langer exclusief normatief voor het kerkrecht: a. De vrouw mag in alle ambten worden toegelaten; b. Er wordt niet langer op toegezien dat de kinderen van de gemeente worden gedoopt. Kinderen van het verbond mogen ook opgedragen worden en kunnen als kinderen toegelaten worden, zonder belijdenis, tot het heilig avondmaal; c. Er wordt niet op toegezien dat alleen huwelijken tussen man en vrouw kerkelijk bevestigd worden. De kerkenraad kan ook beslissen om andere vormen van samenleving te bevestigen of in te zegenen.
Breuk van 1967
B. Methodisch, theologisch en confessioneel is in de voorgestelde kerkenfusie geen recht gedaan aan wat er ten tijde van de breuk van 1967, waarna de NGK ontstonden, over het fundament van de kerk speelde.
In 1944, ten tijde van de Vrijmaking, was er binnen de GKV grote eenstemmigheid over de inhoud van de Drie Formulieren van Eenheid, waarin de Heilige Schrift als fundament van de kerk wordt beleden. Daarom was er binnen de toenmalige GKV sprake van gezamenlijk verzet tegen de zogenoemde boven-Schriftuurlijke binding aan het synodebesluit over doop en verbond, dat als een ”4e Formulier” aan de kerken was opgelegd. Maar nadien werd in de zogenoemde ”Open brief” van 1966 gesproken over het persoonlijke en naar inhoud meer ”smalle” geloofsgetuigenis ”Jezus is Heer”, waarop Christus thans (in 1966) zijn kerk vergaderde. Deze versmalling van het fundament van de kerk leidde tot grote verwarring binnen de toenmalige GKV. Want er bestaat toch geen tegenstelling tussen Jezus en de Heilige Schrift? Op Jezus, de Christus van de Schriften, dienen we toch ons geloof te bouwen?
Verschuiving
C. De openstelling van alle ambten voor de vrouw heeft te maken met een verschuiving in principiële argumenten. Door de krachtige invloed van de culturele praktijk en de nadruk op de context van de tegenwoordige tijd is eraan toegegeven om het moderne levensgevoel in de exegese van de Bijbelteksten zelf te trekken. Daarmee werd tekortgedaan aan de Bijbelse lijn. Het leidde tot een andere hermeneutiek en tot een ander zicht op het Schriftgezag. De zorgvuldige behandeling van deze vragen bij de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is in dit opzicht verkwikkend.
Theologen en synode
Collega Leeftink noemt deze vorm van kerk-zijn modern gereformeerd. Zelf meen ik dat hierop nogal wat valt af te dingen. Volgens mij laat de nieuwe kerkorde van de NeGK zien dat niet langer het geloof van de kerk zoals dat beleden wordt in de Drie Formulieren van Eenheid, maar het verstandelijk inzicht van de theologen en de NeGK-synode bepalend is voor wat in de 21e eeuw ”overeenkomstig de Bijbel” genoemd zal worden.
De auteur is emeritus predikant van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.