Het aantal andere overheidsbeperkingen en vijandelijkheden in verband met religie bleef redelijk stabiel, zo blijkt uit de dertiende jaarlijkse studie van het Amerikaanse Pew Research Center naar beperking van de religievrijheid wereldwijd.

De dinsdag verschenen studie richtte zich specifiek op de manier waarop lockdowns en andere gezondheidsmaatregelen religieuze groeperingen beïnvloedden en hoe ze erop reageerden.

Een van de belangrijkste bevindingen is dat in 46 van de 198 onderzochte landen (23 procent) fysieke middelen, zoals arrestaties en gevangenisstraffen, werden gebruikt om beperkingen op erediensten en andere religieuze bijeenkomsten vanwege corona af ​​te dwingen. Religieuze groeperingen spanden in 54 landen (27 procent) rechtszaken aan of spraken zich uit tegen de volksgezondheidsmaatregelen. Een veelgehoorde klacht was dat sommige kerken, moskeeën, synagogen of andere gebedshuizen ongelijk werden behandeld, hetzij in vergelijking met seculiere ontmoetingsplaatsen, zoals winkels en restaurants, hetzij in vergelijking met andere religieuze groeperingen.

In meer dan een derde van de 198 landen kregen religieuze groepen te maken met vormen van geweld of verwijten in verband met de uitbraak van het coronavirus. Deze incidenten waren redelijk gelijkmatig over de wereld verspreid, onder meer in twaalf landen in Noord- en Zuid-Amerika, twintig in de regio Azië-Stille Oceaan, twintig in Europa, zeven in de regio Midden-Oosten-Noord-Afrika, en vijftien landen in Afrika ten zuiden van de Sahara.