Overheid moet zich beperken en samenleving de ruimte geven
Het emancipatiebeleid spoelt als een tsunami over ons land. Wat zijn de geestelijke en culturele wortels ervan? En valt het tij te keren?
Een achtdelige serie over de reikwijdte en impact van het emancipatiebeleid
Het emancipatiebeleid spoelt als een tsunami over ons land. Wat zijn de geestelijke en culturele wortels ervan? En valt het tij te keren?
Op allerlei manieren voert de regering het emancipatiebeleid door. Bedrijven, het onderwijs en ook gezinnen krijgen te maken met maatregelen die de emancipatie moeten bevorderen.
Ambtenaren van het ministerie van Onderwijs vertrouwen het christelijk-reformatorisch onderwijs maar matig. Ze pluizen de websites van de scholen na op het bestaan van passages waarin homoseksualiteit wordt afgewezen.
Homobelangenorganisatie COC oefent veel invloed uit in politiek Den Haag. Én is voor het overgrote deel afhankelijk van overheidssubsidie. Wat doet de belangenorganisatie zoal met dat belastinggeld?
Veel organisaties die zich bezighouden met vrouwen- en homorechten zijn voor het overgrote deel afhankelijk van subsidies.
Meer gendergelijkheid in onderwijs, gezondheidszorg, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen. Dat is de kern van het emancipatiebeleid dat het kabinet voorstaat. Wat kost dat de belastingbetaler?
De SGP is een van de weinige partijen die zich van meet af aan verzet tegen het emancipatiebeleid van de rijksoverheid. Waarom? En wat is er bij de SGP veranderd in de afgelopen 50 jaar?
De Veenendaalse grondwetdeskundige dr. Henk Post vindt dat minister Dijkgraaf doorschiet in de toepassing van de horizontale werking van de grondwetsartikelen. „De minister holt vrijheidsrechten uit en marginaliseert de orthodoxe minderheid.”
De overheid trekt alles uit de kast om de emancipatie van de lhbti-gemeenschap in de komende jaren te bevorderen, zo blijkt uit de Emancipatienota van minister Dijkgraaf. Gelijke rechten gaan voor vrijheidsrechten.
De regering gaat wereldwijd vrouwen- en homo-emancipatie stimuleren. En „conservatieve tegenkrachten” tegenwerken.