Moskou beschuldigt CIA van spionage
De Russische geheime dienst FSB heeft woensdag gezegd pogingen van de Amerikaanse CIA te hebben verijdeld om geheime informatie te verkrijgen over nieuwe Russische wapens en de militaire samenwerking met voormalige sovjetrepublieken.
Een FSB-bron zei dat CIA-medewerkers zich in Rusland en in nog een andere voormalige sovjetrepubliek hadden uitgegeven voor ambassadewerker. Zij zouden hebben geprobeerd iemand te werven bij een geheime afdeling van het Russische ministerie van Defensie. De FSB had in een vroege fase ingegrepen en schade weten te voorkomen, aldus de zegsman.
De FSB noemde twee betrokkenen bij naam: David Robertson, wiens functie niet werd genoemd, en Yunju Kensinger, een derde secretaris van de consulaire afdeling van de Amerikaanse ambassade in Moskou. Het persbureau Interfax meldde dat Kensinger Moskou inmiddels had verlaten. Zij zou zich onder meer hebben bediend van geheime ontmoetingsplaatsen en onzichtbare inkt voor geheime boodschappen.
De Russische staatstelevisie ORT toonde onduidelijke beelden van Kensinger, die in gezelschap van ander ambassadepersoneel wandelingen maakte. Ook werden beelden vertoond van een in plastic verpakt pakje dat in struikgewas was verstopt in de Moskouse wijk Sokolniki.
Verder was een interview te zien met iemand in een donkere kamer die werd geïdentificeerd als een FSB-agent. De man vertelde dat een werknemer van het Russische ministerie van Defensie, een zekere Viktor, zich bij een Amerikaanse ambassade in een voormalige sovjetrepubliek had gemeld om inlichtingen te verkrijgen over een familielid dat in het buitenland werd vermist. Viktor zou een bewustzijnsveranderende drug zijn toegediend met het doel hem inlichtingen te ontlokken. Hij werd een week later op straat aangetroffen, in shock en met geheugenverlies, en was pas na een psychiatrische behandeling enigszins hersteld.
De Amerikaanse ambassade in Moskou wilde geen commentaar geven.
De Amerikaans-Russische betrekkingen zijn, na een periode van betrekkelijke warmte door Russische steun voor de Amerikaanse oorlog tegen het internationale terrorisme, aanzienlijk bekoeld. Oorzaken daarvan zijn onder meer het eenzijdige opzeggen door Washington van het ABM-verdrag en nieuwe Amerikaanse invoertarieven op staalimport.
Er zijn de afgelopen jaren enkele spionageschandalen tussen beide landen geweest. De Amerikaanse zakenman Emond Pope, die in 2000 schuldig werd bevonden aan spionage, kreeg kort na zijn veroordeling gratie van president Vladimir Poetin. In 2001 gelastte Moskou het vertrek van vijftig Amerikaanse diplomaten nadat de VS Russische diplomaten hadden uitgewezen in verband met de arrestatie van FBI-agent Robert Hanssen op beschuldiging van spionage voor Moskou. Grote aandacht kreeg ook de veroordeling van de Amerikaan John Tobin in Rusland op beschuldiging van marihuanabezit. Tobin kwam in augustus 2001 vervroegd vrij.