Toegerust voor ontmoeting met moslimvriendin
Een zwangere vrouw is „vol verwachting” om haar kind in de armen te sluiten. Maar hoe zit dat in het contact met moslima’s? Zijn we daarover ook vol verwachting? Die vraag klonk zaterdag tijdens de Naïma Vrouwendag.
Een kleine honderd vrouwen reisden afgelopen zaterdag af naar de christelijke gereformeerde kerk in Bunschoten. Ze zijn uit het hele land –en uit België– gekomen. Maar alle vrouwen hebben één ding gemeen: ze gaan het contact met moslima’s niet uit de weg, maar zoeken hun islamitische naasten juist op.
En dat kan zwaar zijn, weet Harriët Cornelius, vrouwenwerker bij de organisator van de dag, stichting Evangelie & Moslims. Vandaag heeft ze echter een bemoedigende boodschap: „Als we geen oogst zien, zijn we soms bang om te veel te verwachten. Maar toch mogen we geloven dat God ons ploegen en zaaien zal zegenen.”
Na de opening vertelt de van oorsprong Turkse Demet (48) in onberispelijk Nederlands hoe ze tot geloof kwam. Ze beschrijft de moeiten in haar leven en haar boosheid op Allah. Maar ze vertelt ook hoe mensen in haar omgeving haar wezen op God en hoe ze uiteindelijk tot bekering kwam.
Centraal-Azië
Psycholoog Mieke van Twillert, hoofdspreker, valt iets op in Demets verhaal. „Ze kreeg mensen op haar pad. Niet één iemand, maar meerdere mensen, die allemaal iets uitdroegen. Wat een les dat iets kleins van grote invloed kan zijn op iemand anders.”
De Barneveldse Van Twillert woonde met haar gezin zeventien jaar in Centraal-Azië. Drie lessen die ze daar leerde, wil ze haar publiek vandaag meegeven: „Samen leven, samen tijd doorbrengen en samen vieren.”
Ze zet uiteen hoe ze leerde met haar medemens te leven. „Vindt u de stap naar een islamitische buurvrouw moeilijk? Bedenk dan dat God een enorme stap zette toen Hij in Jezus naar de aarde kwam.”
Van Twillert leerde door haar tijd over de grens hoe gehaast de westerse maatschappij is. „Nergens in de Bijbel lezen we dat Jezus haast had. Toen Hij opgestaan was, nam Hij uren de tijd om met de Emmaüsgangers te spreken.” Zo, maant Van Twillert, moeten ook wij de tijd nemen om echt naar iemand te luisteren, zonder met ons hoofd al ergens anders te zijn.
De derde les die de psycholoog aanreikt, is er te zijn voor anderen op belangrijke momenten; zowel verdrietige als blije.
Workshops
In de hal van de kerk presenteren verschillende stichtingen zich. Zo staan Inge Verhoef-Postma en Sjaan Schaap bij een stand van Arab Vision. Deze stichting, die in het hele Midden-Oosten werkzaam is, probeert moslims te bereiken via sociale media en televisie. „Arab Vision maakt bijvoorbeeld clips over relaties, gezinnen en opvoeding, maar ook over exegese, om christenen in islamitische landen toe te rusten. En we filmden een serie over Bijbelse vrouwen”, vertelt Schaap. Zo hopen de twee vrouwen moslims te bereiken met het Evangelie. „De drempel om een kerk binnen te stappen is voor een moslim hoog. Die nemen we nu weg”, aldus Verhoef-Postma.
Na een oosterse lunch, waarin volop ervaringen worden uitgewisseld, worden er workshops gegeven. Zo is er een workshop over (geloofs)opvoeding in verschillende culturen en een over de vraag wat het juiste moment is om het Evangelie te delen.
Die laatste workshop begint met een persoonlijke afweging. Zes stellingen over wat de beste methode is om het Evangelie aan moslims te brengen, zijn aan de muur geplakt. Ze gaan van ”We moeten niet proberen hen te bekeren, want dat leidt alleen maar tot conflicten” tot ”Ik praat vanaf het begin over Jezus, maar ik kijk wel hoe ik kan aansluiten bij wat er speelt in hun leven of waar ze voor openstaan.” Veel van de ongeveer vijftien aanwezige vrouwen kiezen voor de stelling ”We moeten eerst getuigen zonder woorden en pas over Jezus beginnen als ze vragen gaan stellen”.
En inderdaad, één les die vandaag veel klinkt is dat het leven van een christen al veel van Gods karakter kan weerspiegelen. Toch wil de Iraakse Rana, een bekeerde moslima, de groep een advies meegeven. „Als je activiteiten organiseert voor moslims, doe dan ook het Woord open. Dat is onze opdracht, om met vrijmoedigheid het Evangelie te delen, ook met onze moslimvriendinnen.”