Nederland moet zo snel mogelijk aan NAVO-norm voldoen
Als het kabinet serieus werk wil maken van veiligheid en vrede in Europa, zal defensie meer mensen en middelen moeten krijgen en aan de 2 procentnorm van de NAVO moeten voldoen. Daarbij zijn besparingen in de zorg en de sociale zekerheid onontkoombaar.
Kort na de Tweede Wereldoorlog zat de schrik er nog goed in en was het duidelijk dat we onze landsverdedigingstaak hadden verzaakt. Hoewel er in de wederopbouwjaren vele noden waren, was er brede consensus dat de Nederlandse defensie-uitgaven omhoog moesten. In het begin van de jaren vijftig steeg de collectieve uitgavenquote voor defensie van rond de 4 procent naar bijna 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Eind jaren vijftig was dit echter gedaald tot 3 procent. Het relatieve aandeel van defensie bleef daarna, in de jaren van de Koude Oorlog, ruim twintig jaar stabiel rond de 3 procent.
Vooral na de val van de Berlijnse Muur zette een vermindering van de defensie-uitgaven in. Zo namen de Nederlandse uitgaven af van 2,5 procent in 1989 (het jaar waarin de Berlijnse Muur viel) tot 1,1 procent van het bbp in 2015. Inmiddels is er een voorzichtige stijging ingezet. Vóór 2020 werd 1,4 procent uitgegeven. In het coalitieakkoord staat het voornemen om in deze kabinetsperiode 10,7 miljard euro extra te besteden aan defensie. Structureel wordt er 3 miljard euro (0,3 procent van het bbp) meer uitgetrokken.
Niet volgens afspraak
De Nederlandse situatie van een voortdurend dalende defensiequote sinds de Koude Oorlog is internationaal gezien geen uitzondering. Alleen de VS en Oekraïne vertonen een ander beeld. De figuur toont de defensie-uitgaven als percentage van het bbp van Nederland, Oekraïne, Duitsland, Frankrijk, de VS en het Verenigd Koninkrijk. Gebaseerd op een database van Stockholm International Peace Research Institute worden in deze figuur de quota sinds 1989 weergegeven.
Binnen de NAVO is de afspraak gemaakt dat de aangesloten landen ten minste 2 procent van hun bbp aan defensie uitgeven. Aan deze afspraak houden Nederland en Duitsland zich al sinds de val van de Berlijnse Muur niet meer. Maar ook in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, altijd belangrijke defensiemachten, namen de defensie-uitgaven fors af, met name in de jaren negentig. Overigens voldoen beide landen op dit moment nog wel net aan de NAVO-norm. Voor de VS geldt dat de hoge defensiequote van de Koude Oorlog (6 procent) allang verlaten is. In het laatste jaar van de regering-Clinton werd 3 procent aan defensie uitgegeven. Begin deze eeuw is de defensiequote weer opgelopen, vooral vanwege de oorlog tegen het terrorisme.
Over Oekraïne, dat eind 1991 uit de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) trad, zijn sinds 1993 gegevens beschikbaar. Voordat de Russen in 2014 de Krim bezetten, was de Oekraïense defensiequote ongeveer 2 procent. In 2015 werd door Oekraïne 3,3 procent van het bbp uitgegeven aan defensie en in 2020, het laatste jaar waarover gegevens beschikbaar zijn, 4,1 procent. Opvallend is dat Polen, dat de dreiging van de Russen zeer serieus neemt, amper meer dan 2 procent uitgeeft. Blijkbaar gaat men ervan uit dat de NAVO-paraplu, en in het bijzonder die van de VS, volstaat. Recente uitlatingen van oud-president Trump waarin hij Poetins ‘vredesmissie’ in Oekraïne „geniaal” noemde en de niet ondenkbeeldige kans dat hij in 2024 opnieuw president wordt, geven aan dat Europa en ook Nederland nu absoluut prioriteit moeten geven aan het op orde brengen van de defensie-inspanningen.
Extra impuls
Op basis van het coalitieakkoord wordt in Nederland aan een defensiebegroting van iets meer dan 12 miljard euro voor 2024 en 2025 een bedrag van 4 miljard euro toegevoegd. Het CPB geeft overigens aan het niet waarschijnlijk te achten dat deze intensivering daadwerkelijk zal plaatsvinden. Als we aan de NAVO-norm willen voldoen, zal een verdere impuls van vele miljarden boven op de 3 miljard euro uit het coalitieakkoord noodzakelijk zijn. Recent heeft Duitsland besloten om nog dit jaar 100 miljard euro extra te investeren in modernisering van het Duitse leger, om daarmee de NAVO-norm al dit jaar te halen. Nederland moet volgen met een extra impuls voor defensie.
Het CPB (2022) geeft in de doorrekening van het coalitieakkoord aan van een aanzienlijke onderuitputting van de extra intensivering in 2024 en 2025 uit te gaan. Daarom is het van belang dat dit bedrag elders op de begroting wordt gevonden door bezuinigen. De krapte op de arbeidsmarkt dwingt daartoe. Vooral in de zorg zijn de komende jaren heel veel extra arbeidskrachten nodig. Het CPB (2021, 2022) heeft berekend dat het zal gaan om circa 150.000 personen extra (vooral als gevolg van vergrijzing is er fors meer zorgpersoneel nodig). Dit komt doordat er in de komende kabinetsperiode 3,5 miljard euro extra aan zorg wordt uitgegeven, boven op de stijging van de collectieve zorguitgaven in het basispad (het pad van de geraamde economische ontwikkeling voor de periode 2022-2025) met ruim 6 miljard euro. Als het kabinet serieus werk wil maken van veiligheid en vrede in Europa, zal defensie meer mensen en middelen moeten krijgen en zijn besparingen in de zorg en de sociale zekerheid (met uitgaven van ruim 200 miljard euro) onontkoombaar.
De auteur is hoogleraar bestuur en economie van de publieke en non-profitsector aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bron: mejudice.nl