"Damherten hebben me door de coronacrisis geholpen"
De rechter heeft gesproken. De roedel damherten mag blijven in de Hoeksche Waard. De provincie Zuid-Holland wilde de dieren af laten schieten. Ze zouden een gevaar voor het verkeer vormen en schade aan de gewassen toebrengen. Onvoldoende aangetoond, oordeelde de rechter. „Hier hebben we een jaar voor geknokt”, zegt Ray de Boon.
Samen met Arie Leijdens, Jan Bijl en Mariska Visser ging De Boon de strijd aan om de snode plannen van de provincie tegen te houden. Hoe de dieren er gekomen zijn is niet bekend, mogelijk zijn het ontsnapte dieren, in ieder geval lopen ze al zeker zo’n 20 jaar in het gebied rond.
De 53-jarige Ray de Boon werkt in de evenementenbranche. Vanwege corona ligt dat al lange tijd stil. Als tijdverdrijf ging hij wandelen in de polders rond zijn woonplaats Strijen. „Ik ben van mezelf geen echte natuurliefhebber”, vertelt Ray, „maar op mijn wandelingen kwam ik Arie Leijdens tegen, hij is natuurfotograaf. We raakten in gesprek en zijn enthousiasme stak me aan en zo leerde ik ook de damherten kennen. Prachtige, fascinerende dieren, ze hebben inmiddels een speciaal plekje bij me. Toen Leijdens vertelde dat er steeds meer damherten afgeschoten werden en er plannen waren de hele roedel te laten verdwijnen zijn we in actie gekomen”
Petitie
Samen met Jan Bijl en Mariska Visser begonnen ze een petitie. Dat kreeg veel bijval en werd door de inwoners van de Hoeksche Waard en ver daarbuiten duizenden keren ondertekend. Om de actie kracht bij te zetten werd contact gelegd met het tv-programma Pointer. Een goede zet, blikt Ray terug. „Toen kregen we nog bredere belangstelling.”
Dat de dieren, die in een klein gebied rond de Schuringsedijk en de voormalige Ambachtsheerlijkheid tussen Numansdorp en Strijen lopen, een gevaar voor het verkeer vormen en de gewassen schade toebrengen bestrijdt De Boon. Volgens hem zijn er in twintig jaar hooguit vijf of zes aanrijdingen geweest. „Bovendien wordt een incident als”wildaanrijding” geregistreerd en kan het net zo goed een ree geweest zijn. Want dat is een hardnekkig misverstand. Deze populatie damherten blijft honkvast in het zuidelijk gebied omdat juist daar voldoende bomen en struiken zijn waar ze zich kunnen terugtrekken als dekking. Reeën zwerven daarentegen over het hele eiland.”
De provincie gaat niet in hoger beroep tegen de uitspraak en zegt „alle belangen in het gebied opnieuw te gaan bekijken.” Maar stelt tegelijkertijd „dat de huidige populatie damherten niet tot in lengte van jaren kan blijven doorgroeien.”
Daar zijn de Boon en de zijnen het mee eens. „De provincie heeft toegezegd dat we in samenspraak een beheerplan gaan maken. De provincie denkt dat er veertig tot vijftig damherten lopen, wij houden het op twintig à 25. Wij denken dat veertig wel het maximale aantal is voor dat gebied.”
Nieuwe bok
De actiegroep wil wel graag een nieuwe bok bij de groep. Ooit liepen er achttien mannetjes rond, inmiddels is er nog maar één volwassen man, bok Arie en een spitser, een nog niet volwassen mannetje. „Een nieuwe bok zou goed zijn voor de bloedlijn”, legt Ray de Boon uit. Hij is blij dat de dieren voorlopig rust hebben.„We hebben een jaar lang hard moeten werken en knokken. Er mag niet geschoten of beheerd worden, we kunnen ons gaan richten op een toekomst waarin er plaats blijft voor deze prachtige dieren. Ze zijn echt een aanvulling op de natuur in onze prachtige Hoeksche Waard.”
De inzet van Ray de Boon en de zijnen is niet onopgemerkt gebleven. De Partij van de Dieren bood hen half februari een ”Oorkonde van mededogen” aan. Die wordt jaarlijks uitgereikt voor wie zich inzet voor de bescherming van dieren of het milieu.
Precieze aantallen geven blijft lastig maar een woordvoerder van Staatbosbeheer schat dat er behalve de damherten tussen de 250 en 350 wilde reeën rondlopen in de Hoeksche Waard. Signalen van overlast kent hij niet. „Integendeel, veel mensen vinden ze juist prachtig. En wij zijn er zeker blij mee. Het zijn echte grazers, overal snoepen ze wat van af en dus is het goed voor de biodiversiteit. Van boeren krijgen we vooral overlastmeldingen van ganzen. En ja, er is wel eens een aanrijding. We proberen dat te voorkomen door bij drukke wegen hekken te plaatsen. Ons beeld is dat het echt om incidenten gaat.”