Christelijke jongeren die in een jonge aarde geloven, zijn vaker overtuigd van de betrouwbaarheid van de Bijbel. Dat bericht het christelijke populairwetenschappelijke Weet Magazine.
Het tijdschrift baseert zich op een enquête die werd afgenomen onder 289 leden van christelijke studentenverenigingen door Geloofsverdediging.nl, een initiatief van Stichting Apologica. De jongeren kregen onder meer de stelling ”De Bijbel is Gods Woord en daarom te vertrouwen” voor de kiezen. Van de jongeren die in een recente, zesdaagse schepping geloven, is 76 procent het daar mee eens. Bij de jongeren die niet in een recente schepping geloven, ligt dat aantal op 32 procent. Degenen die een recente schepping ontkennen, antwoorden op deze vraag ook vaker ”weet ik niet” (14 procent) of ”een beetje mee eens” (40 procent). Weet concludeert dat „juist de christenjongeren die niet in een recente schepping geloven, minder geneigd zijn de Bijbel als het betrouwbare Woord van God te beschouwen.”
Verder blijkt uit de onderzoeksresultaten dat ruim de helft van de studenten vindt dat er tijdens hun opvoeding te weinig aandacht was voor lastige vragen over het geloof. Op de vraag waar studenten over twijfelen, noemen zij vaak de psychologische verklaarbaarheid van het geloof (43 procent), het lijden in de wereld (34 procent), fouten en tegenstrijdigheden in de Bijbel (32 procent) en „slechte” wetten of opdrachten in de Bijbel (32 procent). Ook onderwerpen als wetenschap (24 procent), miljoenen jaren (21 procent) en de evolutietheorie (18 procent) zorgden bij veel studenten voor twijfel.
