Gevouwen handen of gebalde vuisten
Wat een onrust en polarisatie is er in de wereld, maar ook dicht bij huis. Wat is er aan de hand?
Spanningen in het Midden-Oosten, een strijd om de wereldmacht tussen de Verenigde Staten en China. En wat te denken van het gevaar van moslimgroeperingen als de taliban.
Maar laten we een stap dichterbij komen. Wat is er toch in Nederland aan de hand? Zo’n 25 jaar geleden werd ons land door wereldleiders geroemd om zijn evenwichtigheid. Een duidelijk voorbeeld was de goede samenwerking tussen werkgevers en vakbonden. Die situatie lijkt echter voltooid verleden tijd. Door een sterke polarisatie zijn de verhoudingen in de samenleving en de politiek verstoord en verhard.
Dat in de Haagse politiek stevige discussies worden gevoerd over allerlei onderwerpen, hoort bij het democratisch bestel. Maar al jaren wordt de onderlinge bejegening steeds grover. De verruwing van het taalgebruik spreekt boekdelen.
Het afgelopen halfjaar was wat dat betreft tekenend. Tot nu toe is men in de kabinetsformatie meer bezig met elkaar dan dat men het heeft over de gewenste inhoud van het beleid.
Tja, wat is er in Nederland aan de hand? De polarisatie is in de huidige coronatijd enorm toegenomen. Dat blijkt niet alleen in de politiek, maar in heel de samenleving. Fikse meningsverschillen over de gewenste aanpak van het virus kenmerken al anderhalf ons land. Alle maatregelen zijn een bron van conflict, ongeacht of het nu gaat om het sluiten van scholen, de anderhalve meter afstand, het schudden van handen, de avondklok, het dragen van mondkapjes of bijvoorbeeld vaccinatie.
Is de toenemende polarisatie en onrust ook niet in de gereformeerde gezindte te zien? Er waren altijd al verschillende opvattingen op met name kerkelijk en theologisch gebied. Maar de laatste jaren nemen de meningsverschillen sterk toe. Wat een felle discussies over zaken als de coronamaatregelen, het klimaatbeleid, het landbouwbeleid en bijvoorbeeld het optreden van Donald Trump, de vorige Amerikaanse president.
En natuurlijk mag er worden gediscussieerd. Dat is zelfs waardevol en nodig om tot goede keuzes en afwegingen te komen. Het gaat dan echter wel over de manier waarop. Doen we het met respect voor elkaar? Daarom is het triest om te zien hoe regelmatig scherp op de man wordt gespeeld en de integriteit van de ander in twijfel wordt getrokken.
Duidelijk is te merken dat de polarisatie over vooral de coronamaatregelen doorwerkt in kerken, families en gezinnen. Wat is er aan de hand met ons? Zijn we ook niet behept met de tijdgeest?
Wat schetst de Bijbel een ander beeld van een christen. De Heere vraagt van ons liefde, lankmoedigheid, lijdzaamheid en verdraagzaamheid. Een christen moet een zoutend zout en een lichtend licht zijn.
Misschien kunnen we iets leren van de spreuk van de nadere reformator Hermanus Witsius. Hij riep op tot „eenheid in het noodzakelijke, vrijheid in het niet-noodzakelijke, in alles voorzichtigheid en liefde.” Dat vraagt genade en gevouwen handen in plaats van gebalde vuisten of een priemende wijsvinger.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur bij het Reformatorisch Dagblad