Economen: EU-lidstaten aan de markt overlaten onhaalbaar
Van de wijd uiteenlopende routes in zijn rapport acht econoom Roel Beetsma voortzetten van de huidige koers van Nederland in de EU „het meest waarschijnlijke scenario.”
De coronacrisis is de aanleiding voor het rapport dat de commissie Europese economie deze zomer onder voorzitterschap van Beetsma uitbracht. De crisis leidde ertoe dat er een omvangrijk Europees herstelfonds is opgericht. Op verzoek van de Kamer schetst de commissie-Beetsma in haar rapport vier verschillende toekomstscenario’s voor Nederland in de EU. Over het stuk ging Beetsma maandag in pakhuis De Zwijger in Amsterdam in debat met Marieke Blom, hoofdeconoom bij ING, en Jasper Lukkezen, hoofdredacteur van economenblad ESB.
Meer aan de markt overlaten. Dat is de meest radicale koerswijziging die in het rapport van Beetsma aan bod komt. Als Nederland daar in Europa op inzet, zou dat betekenen dat iedere lidstaat weer volledig verantwoordelijk wordt voor zijn eigen overheidsschuld. Geen gezamenlijke schulden meer, zoals met het Europees herstelfonds. Ook de ECB zou geen staatsobligaties van lidstaten meer mogen opkopen om de rente laag te houden. Lidstaten zouden alleen op de markt geld kunnen lenen, met als consequentie dat als de markt geen vertrouwen meer heeft in zwakkere lidstaten, de rente oploopt. Het risico op een hogere rente zou lidstaten moeten aanzetten om hun overheidsfinanciën op orde te brengen.
„Zeer riskant”, stelt de commissie-Beetsma in haar rapport. Het zou ”einde EU” kunnen betekenen voor zwakkere lidstaten, die al langere tijd kampen met hoge overheidsschulden.
Lukkezen denkt dat meer aan de markt overlaten „geen haalbaar scenario” is. Het zou volgens hem een „radicale breuk” betekenen met de trend in Europa die hij al enige tijd waarneemt. EU-lidstaten raken in economisch opzicht steeds meer aan elkaar verbonden. Ook Blom ziet weinig in discipline door de markt.
Beetsma benadrukt dat de keuze aan de politiek is om te bepalen welke koers Nederland in Europa zou moeten varen. Zijn commissie doet daar geen uitspraak over.
Voortborduren op de houding die Nederland nu aanneemt is wat hem betreft „het meest waarschijnlijke” scenario. Nederland blijft dan voorstander van begrotingsdiscipline; het nadeel is dat in crisissituaties onder grote tijdsdruk verdergaande maatregelen genomen worden zoals het Europees herstelfonds.
De Europese begrotingsregels ziet Blom als een nadeel van het Nederlandse pleidooi voor begrotingsdiscipline. Het ‘bufferdenken’ zit volgens haar te veel in het rapport verweven. Het is volgens Blom niet nodig om naar een zo laag mogelijke staatsschuld te streven, omdat tijdens de coronacrisis is gebleken dat ook landen met een hoge staatsschuld geld konden blijven lenen tegen een lage rente.
Beetsma denkt daar anders over. Hij wijst op het belang van buffers vanwege de mogelijkheid van een nieuwe crisis. „Als de ECB niet had ingegrepen, had een land als bijvoorbeeld Italië het heel anders gedaan”, aldus de econoom.