Gelukzalig gevoel op de rand van de dood
Ze zien een helder licht, een groene weide vol bloemen of een goddelijk wezen. Neurowetenschapper dr. Bruce Greyson beschrijft in zijn jongste boek ”Daarna” tientallen van deze bijna-doodervaringen.
Tijdens haar bevalling krijgt de 25-jarige Amerikaanse Dottie Bush een hevige bloeding. „Ik was in shock geraakt. Het laatste wat ik me herinner, is de anesthesist die tegen de arts schreeuwde dat hij moest opschieten, omdat mijn bloeddruk daalde.”
Een bijna-doodervaring (BDE) volgt. „Opeens was ik op een prachtige plek. Ik weet dat het de hemel was: zo vredig, zo mooi en met zulke prachtige muziek en bloemen. Vele malen mooier dan wat we hier op aarde kennen. De muziek was zo mooi en ik was zo omringd door liefde en rust dat ik niet terug wilde.”
Ze ontmoet iemand die ze beschouwt als de Heere Jezus. „Hij zei: „Dottie, ik laat je op aarde met een reden.” En Hij vertelde me alles. Hij vertelde me waarom Hij aan het kruis gestorven is.”
Bijna 90 procent van de BDE’s is positief en beschrijft een hemels gevoel of een gevoel van rust. Bij drie vierde is er sprake van een ontmoeting met een „liefdevol wezen van licht.”
Maar niet alle ervaringen zijn aangenaam. Zo’n 8 procent van de honderden verhalen die Greyson, emeritus hoogleraar psychiatrie en neurologische gedragswetenschappen aan de universiteit van Virginia (VS), verzamelde, betreft een negatieve ervaring. Zo maakt de 26-jarige Brenda mee dat ze in een soort hel belandt, nadat ze had geprobeerd zich van het leven te beroven met een overdosis slaapmiddelen. „De arts in het ziekenhuis boog zich naar me toe en zei dat ik stervende was. Ik had het gevoel dat mijn lichaam omlaaggleed. Het was koud, donker en nat. Beneden kwam ik op een plek die op de ingang van een grot leek, met een soort spinnenweb ervoor. De binnenkant van de grot was grijs en bruin. Ik hoorde schreeuwen, jammeren, kreunen en tandenknarsen. Ik zag wezens die op mensen leken, met een hoofd en een lichaam, maar ze waren afzichtelijk. Ze waren eng en het klonk alsof ze gekweld werden, in doodsangst. Niemand sprak tegen me.” Brenda herstelt. De ervaring overtuigt haar van het bestaan van een hiernamaals.
Beroepscriminelen
Greyson kan niet verklaren waarom de ene persoon een positieve, de andere een negatieve ervaring heeft. „Het is bijvoorbeeld niet zo dat mensen die een ‘braaf’ leven leiden altijd aangename ervaringen hebben en ‘slechte’ mensen altijd angstaanjagende. Van beroepscriminelen, onder wie moordenaars die levenslange straffen uitzitten, heb ik verhalen over zeer aangename BDE’s gehoord.”
Gaan mensen na het leven ergens anders heen, vraagt Greyson zich af. Een misleidende vraag, vindt de seculiere hersenwetenschapper, omdat die de suggestie van een andere plek wekt. „Uit het bewijs blijkt slechts dat sommigen van ons na de dood nog een bewustzijn ervaren, op zijn minst voor een tijdje.”
BDE’s roepen vragen op over de relatie tussen het bewustzijn en de hersenen, stelt Greyson. „In ons dagelijks leven lijkt het vaak of het om twee dezelfde dingen gaat. Maar BDE’ers (mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt, MC) zeggen bijna allemaal dat hun gedachten en waarnemingen tijdens een BDE helderder zijn, terwijl hun hersenen op dat moment niet functioneren. Bovendien hebben ze soms vanaf een punt ergens buiten hun fysieke lichaam dingen waargenomen die zich rondom hun lichaam afspeelden.”
Meer dan twee derde van de mensen die Greyson sprak, zegt een of meerdere personen te hebben ontmoet. Vaak gaat het om een overleden persoon, maar in 90 procent van de gevallen (ook) om een ontmoeting met een goddelijk wezen. Greyson voelt zich daarbij als ongelovige wetenschapper niet op zijn gemak. „Mijn diepgewortelde scepsis weerhoudt me ervan hun beschrijvingen letterlijk te nemen. Ik zeg niet dat deze schijnbaar goddelijke wezens niet echt zijn. Maar BDE’ers die over hun ontmoeting met het goddelijke willen praten, gebruiken verschillende termen, of het nu God, Boeddha, Brahmaan, Krishna, Allah, de Bron, Al Dat Is of Kwan Yin of Cernunos is. En veel van de BDE’ers (…) erkennen zelf dat deze termen niet per se letterlijk moeten worden genomen. Ze moeten worden gezien als een poging van hun brein om iets te begrijpen wat niet met woorden valt uit te leggen.”
Impact
BDE’s hebben meestal een grote impact op degenen die ze hebben meegemaakt. Negentig procent van de mensen zegt dat deze ervaring hun gedrag en overtuigingen heeft veranderd. Twee derde zegt dat ze een positievere kijk op het leven en zichzelf hebben gekregen en drie vierde dat ze rustiger en hulpvaardiger zijn geworden. Bijna iedereen meldt minder bang voor de dood te zijn geworden, bij sommigen is de angst zelfs helemaal weg.
BDE’s zijn niet zeldzaam. Naar schatting heeft 10 tot 20 procent van de mensen die op het randje van de dood hebben gelegen zo’n ervaring.
## „Hemelse ervaring geen bewijs voor hiernamaals”
BDE’s waarbij mensen zeggen een goddelijk wezen te hebben ontmoet, vormen geen bewijs voor het bestaan van God. Net zomin bewijzen ervaringen van een soort hemel of hel dat er een leven na de dood is.
Prof. André Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie aan het UMC Groningen en zelf van reformatorischen huize, vindt het niet nodig naar een bovennatuurlijke verklaring voor deze ervaringen te zoeken. „Ze zijn niet zo bijzonder dat er geen natuurlijke verklaring voor te vinden is. Overigens sluit dat een geestelijke dimensie niet uit. Als er een kindje wordt geboren –een natuurlijk proces– schrijven we op het geboortekaartje ook dat we het uit Gods hand hebben ontvangen.”
Een veelvoorkomende BDE is een beschrijving van een donkere tunnel met aan het eind een helder licht. Aleman, die bezig is met een boek waarin BDE’s aan de orde komen, kan dat neurologisch goed duiden. „Door zuurstoftekort wordt de bloedtoevoer naar de zenuwcellen van het oog afgesloten. Dat begint bij de periferie, de buitenkant van het visuele veld. Vandaar dat het beeld middenin licht kan zijn, terwijl het rondom zwart is.”
Ook een gelukzalig gevoel, dat veel mensen tijdens een BDE ervaren, is volgens Aleman wetenschappelijk te verklaren. „We weten uit dierexperimenten dat er een sterke prikkeling van het beloningssysteem van de hersenen kan zijn als reactie op een stressvolle situatie en het afsluiten van de bloedtoevoer. Dat heeft ermee te maken dat veel hersendelen continu bepaalde gebieden remmen. Bij zuurstofgebrek stopt de remfunctie en kan onder meer het beloningssysteem overactief raken. Het gaat dan veel gelukshormonen produceren, zoals endorfine en serotonine.”
Elvis Presley
Sommige mensen beschrijven vrij concreet een hemel, inclusief prachtige muziek, personen in witte gewaden en een troon. Aleman duidt dat als projecties van het brein, die worden beïnvloed door wat iemand eerder heeft gelezen, gehoord of meegemaakt.
De hoogleraar noemt het voorbeeld van een vrouw, groot fan van Elvis Presley, die de popzanger tijdens een BDE in een gelukzalige omgeving ontmoette. „Christenen die vinden dat BDE’s bewijs vormen voor het hiernamaals, zou ik willen vragen hoe zij verklaren dat mensen uit verschillende culturen precies die personen of hogere wezens tegenkomen die passen bij hun achtergrond.”
Het is een misvatting te denken dat mensen tijdens zo’n ervaring even in het hiernamaals terechtkomen en vervolgens weer terug naar het leven keren. „De term BDE geeft niet voor niets aan dat iemand bijna dood is –en dus nog leeft– tijdens zo’n ervaring. Er zijn ook mensen die zo’n ervaring hadden toen ze flauwvielen, zoals straaljagerpiloten. Of bergbeklimmers die dachten dat ze te pletter vielen, maar een zachte landing maakten.”
Bepaalde ervaringen kunnen zelfs worden nagebootst, zegt Aleman. Zo kan stimulatie van het achterhoofd met elektroden ervoor zorgen dat iemand een helder licht te zien krijgt. En prikkeling van de temporaalkwab kan leiden tot een uittreding, waarbij de patiënt op zijn eigen lichaam neerkijkt.
Bewustzijn
Volgens psychiater Greyson leveren BDE’s bewijs dat mensen na de dood nog een tijdje bewustzijn kunnen ervaren. Het bewustzijn zou daarom los van het brein kunnen bestaan. Greyson baseert zich op het gegeven dat schijnbaar hersendode personen een BDE meemaakten.
Die conclusie is echter te kort door de bocht, vindt Aleman. „Je kunt met een EEG misschien geen hersenactiviteit meer aantonen, maar zo’n hersenscan meet alleen zwakke stroompjes aan de buitenkant van de schedel. Als de zuurstoftoevoer wegvalt, kunnen de hersenen dieper vanbinnen nog wel actief zijn, zoals ook gebleken is uit proefdieronderzoek. Deze cellen kunnen voor een bijzondere ervaring zorgen.” Wanneer dit verschijnsel precies optreedt, is onbekend. „Ik denk vlak voor of nadat de hersenen weer opstarten. Maar dat is heel moeilijk te bewijzen.”
Bewustzijn en hersenactiviteit hangen volgens Aleman nauw met elkaar samen tijdens het leven van een mens. Wordt iemand –na uitgebreid medisch onderzoek– hersendood verklaard, dan is hij ook zijn bewustzijn kwijt en leeft hij niet meer. Volgens de neuropsycholoog pleit het bestaan van BDE’s daarom niet tegen orgaandonatie.
Hoe zit het met de ziel? „Als christen geloof ik dat de ziel, het geestelijk centrum van de mens in relatie tot God, voortbestaat na de dood. Maar dat is geen wetenschappelijk vraagstuk, want de ziel is onstoffelijk. Dat is een geloofszaak, waarin de Bijbel leidend is.”
Boekgegevens
Daarna, dr. Bruce Greyson; uitg. Spectrum; 302 blz.; € 20,99