Dwalen door het heggenlandschap
Zoetgeurende meidoorn, wuivende bloemkelken en donkerwarme bramen - de bloemdijken van Zuid-Beveland zijn niet alleen een walhalla voor koperwieken en icarusblauwtjes, maar ook voor de opmerkzame wandelaar.
Wie op een zonnige dag door de bloeiende boomgaarden van Zuid-Beveland loopt, zou niet zeggen dat het landschap van het voormalige eiland in de Middeleeuwen nog vooral werd bepaald door de grillen van de zee. Vloeden en overstromingen maakten het bestaan van de Bevelanders van weleer onzeker en gevaarlijk. Toch slaagden zij erin de vruchtbare Zeeuwse klei beetje bij beetje aan het water te ontworstelen. Het eiland werd steeds verder ingepolderd. Zo ontstond een landschap vol dijkjes, die in de loop der eeuwen beplant werden met bomen, bramen en bloemen.
Met maar liefst 80 kilometer aan zulke dijken biedt de Zak van Zuid-Beveland vandaag de dag dan ook volop gelegenheid voor een flinke fietstocht of een ontspannen wandeling.
Bedreigde bloeiers
De bloemdijkenroute van Natuurmonumenten is zo’n wandeling. Deze wandelronde van 4,5 kilometer voert door een gevarieerd landschap van dijkjes, heggen en kronkelpaadjes, en is daarmee prima geschikt voor een gezinsuitje in de vrije natuur – niet in het minst omdat het startpunt van de route bij de schaapskooi aan de Nieuwkamerseweg (Heinkenszand) ligt. De stal is, ook in coronatijd, vrij toegankelijk. Lammetjes maken bokkensprongen om je benen en laten zich gewillig door kinderhanden aaien. Op het erf draaien twee moddervette varkens zich genoeglijk knorrend nog eens om.
Vanaf de parkeerplaats leidt de route richting de eigenlijke dijken, dwars door land waar vroeger zee was. Blijvende herinnering hieraan zijn de kolkgaten of welen waarvan je er een al direct tegen het lijf loopt. Deze verstilde plas in het groen was ooit een rondkolkende watermassa, ontstaan na een dijkdoorbraak. Het verwoestende water sleet een diepe put uit in de aarde, die ook na het dichten van de dijk niet meer te dempen was. Nu maken riet en wilgen van de weel een schilderachtig reliek uit woeliger tijden.
Na een paar honderd meter loopt de weg omhoog, de smalle dijk op. Hier blijkt in de zomermaanden dat deze route zijn naam niet voor niets draagt. Vanaf juni veranderen de zonnige zuidzijden van de dijken in een wuivend bloementapijt, waarin bedreigde bloeiers als ruige anjer en wilde marjolein welig tieren. Voor vlinders en insecten vormen de zorgvuldig onderhouden bloemdijken dan ook een waar lustoord – net als voor de fietsers en wandelaars die zich aan de beschaduwde noordzijde tegoed kunnen doen aan handenvol wilde bramen.
Natuurlijk prikkeldraad
De met populieren omzoomde dijk voert hoog tussen de boomgaarden door. Achter de eerste voorzichtige appelbloesem schemert de kerktoren van Nisse als een richtingwijzer. Na een korte wandeling buigt het pad van de dijk af en duikt het eeuwenoude heggengebied van De Poel in. Niet de zee, maar het vee heeft hier in de loop der tijden het landschap bepaald. Door het van oudsher grazen van de koeien op de kleine weideperceeltjes kregen bomen hier nauwelijks de kans om te groeien. Lichtminnende gewassen zoals meidoorn en vlier kwamen echter wel in grote getale op langs de grenzen van de weitjes. Deze stekelige doornstruiken dienden op hun beurt weer als een natuurlijk prikkeldraad, waardoor het vee niet kon afdwalen. Zo ontstond een uniek heggenlandschap, dat zich in het voorjaar hult in een geurige witte waas van mei- en sleedoornbloesem.
Picknickplaatsen
De schelpenpaadjes lopen kriskras van veld naar veld. Op elke bocht volgt een ontdekking. Hier bidden roofvogels met gespreide vleugels boven het gras. Daar klinkt de schorre roep van een fazant onzichtbaar van achter de heggen. ’s Zomers zet een kudde Angusrunderen hier bovendien de graastraditie voort.
Een smal weggetje leidt tussen optorenende muren van riet en braamstruiken door terug naar de dijken. Dan gaat het langs welen en weilanden met een wijde bocht opnieuw richting de schaapskooi. Het eindpunt komt in zicht, maar met verschillende bankjes en picknickplaatsen langs de route is het geen straf om nog wat langer van het geurige groen te genieten. Fluitenkruid staat op het punt om uit de knop te breken. Aan de steile kant van de dijk huppelen lammetjes zonder moeite de helling op en af. Paardenbloem en madelief vormen de voorbodes van de bloeitijd. Hier mag het wel altijd lente zijn.