Golf aan schepen nadert haven van Rotterdam
Bij de Rotterdamse containerterminal ECT worden volop voorbereidingen getroffen voor de toestroom van de schepen uit het Suezkanaal.
Volgens een woordvoerder van ECT kan alleen het afhandelen van een groot containerschip als de Ever Given wel een paar dagen in beslag nemen. Dat schip heeft een vrachtcapaciteit voor 20.000 zeecontainers en blokkeerde het Suezkanaal volledig.
Daardoor ontstond een grote file van wachtende schepen. Het zal waarschijnlijk nog drie tot vier dagen duren voordat die vloot is weggewerkt. De vaartijd tussen het Suezkanaal en Rotterdam kan variëren van ruim een week tot meer dan twee weken, onder meer afhankelijk van de snelheid van een schip.
Het Rotterdamse havenbedrijf voert overleg met partijen als ECT en andere containerterminals. Ook andere partijen in de logistieke keten worden benaderd om te zorgen dat de verwachte golf aan schepen zo snel mogelijk kan worden gelost. Het havenbedrijf wil onder meer dat exporterende partijen hun containers later aanleveren om zo ruimte te scheppen voor de grote hoeveelheid containers die van de schepen komen die vastlagen voor het Suezkanaal.
Ook bedrijven die de containers ontvangen wordt gevraagd om tijdelijk anders te gaan werken. De grote containerterminals zijn namelijk 24 uur per dag open en veel ontvangende bedrijven niet. Als ze hun openingstijden tijdelijk verruimen kunnen de containers sneller worden afgevoerd.
Directeur Eus Peters van de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) zegt dat de problemen in het Suezkanaal met een sisser zijn afgelopen, want een veel langere blokkade had voor flinke verstoringen bij de bevoorrading van winkels gezorgd. Het zal er volgens hem nu van afhangen hoe voorspoedig de file aan schepen in de haven van Rotterdam kan worden verwerkt. Daarbij is logistieke planning van het grootste belang, aldus Peters.
Hij wijst er verder op dat de opstopping van het Suezkanaal de afhankelijkheid en kwetsbaarheid laat zien van de grote invoer uit Azië en dan met name uit China. Peters vindt dat er op Europees niveau gekeken moet worden naar mogelijkheden om die afhankelijkheid te verminderen, bijvoorbeeld door meer producten in Europa zelf te maken in plaats van ze te importeren uit Azië.