Dat bleek woensdag uit een overleg tussen de gemeente Goes en Gedeputeerde Staten van Zeeland.

De overlast in Goes wordt onder meer veroorzaakt door goederentreinen, afkomstig van het industriegebied Vlissingen-Oost. Daar is vorig jaar onder meer een overslagterminal voor auto’s gevestigd, waardoor het goederenvervoer per spoor is toegenomen. „Als bovendien de Westerschelde Container Terminal (WCT) erbij komt, zal er nog veel meer vrachtverkeer over dit spoor gaan”, zegt de Goese wethouder M. L. ’t Hart. Zowel het industriespoor als het de spoorlijn Vlissingen-Bergen op Zoom loopt dwars door Goes.

Er zijn volgens de wethouder drie mogelijkheden om de overlast te verminderen. „De eerste optie is het huidige spoor in een verlaagde, betonnen bak te leggen. De kosten hiervan bedragen zo’n 30 miljoen euro. Een andere mogelijkheid is het verdiept aanleggen van de rails tot 4 meter in de grond, het zogenaamde v-poldermodel. Hierdoor zal het aantal trillingen verminderen. Dit kost ongeveer 80 miljoen euro.”

De laatste en duurste oplossing is buiten de stad Goes plaatsen van spoorlijn en station. Voor dit model is zo’n 270 miljoen euro nodig. ’t Hart: „Het is een oplossing voor de komende vijftig tot zestig jaar. Je kunt dit bedrag dus over een lange periode afschrijven.” De provincie Zeeland, het Havenschap en het bedrijfsleven op het eiland, inclusief het Rijk en de gemeente Goes, zullen voor die kosten gaan opdraaien.

Als het complete spoor wordt verlegd, biedt dat Goes ongekende mogelijkheden, aldus ’t Hart. „Het stadshart wordt dan eens zo groot.” Er kunnen honderden nieuwe huizen en kantoren bij komen.

De komende maanden moet uit stedenbouwkundig onderzoek blijken wat de beste oplossing is. De daadwerkelijke verandering aan het spoor in het zogenaamde Sloegebied zal nog tien tot vijftien jaar op zich laten wachten.