Groen & duurzaamheid

Barre tijd voor visetend ijsvogeltje

Watervogels hebben het moeilijk als er ijs ligt. Dat geldt vooral voor de viseters onder hen. Vooral het ijsvogeltje, dat uitsluitend vis eet en alleen in nood zijn toevlucht neemt tot insecten, vindt weinig voedsel.

Theo Haerkens
12 February 2021 19:16
Een aalscholver speurt in een wak naar  vis.  beeld Theo Haerkens
Een aalscholver speurt in een wak naar vis.  beeld Theo Haerkens

Anders dan zijn naam doet vermoeden is de ijsvogel niet erg goed toegerust voor de winter. Zonder toegang tot visrijk water overleeft hij de koudste periodes niet. Het schuwe vogeltje dankt zijn naam mogelijk aan het feit dat hij zich alleen laat zien als er ijs ligt en alleen in de buurt van een wak dat hij nodig heeft om te vissen. Een andere optie is dat ‘ijs’ een verbastering is van het Duitse woord voor ijzer, vanwege zijn metaalblauwe kleur.

Onder de huidige omstandigheden zullen veel ijsvogels het loodje leggen, voorspelt woordvoerder Marc Scheurkogel van de Vogelbescherming. De vogeltjes hebben een voorkeur voor beekjes en ander zacht stromend en visrijk zoet water. Vanaf een tak duiken ze het water in om een visje te verschalken. Met een paar ferme zwiepen tegen een tak breken ze de weerstand van hun spartelende prooi en manipuleren die vervolgens zo dat ze hem met de kop vooruit naar binnen kunnen werken. Met een dikke laag ijs op het water, lukt dat de ijsvogels niet.

Andere visetende vogels, zoals de aalscholver en de zaagbek, kunnen uitwijken naar groter water of naar zee om daar hun kostje bij elkaar te scharrelen. De meeste ooievaars trekken in het najaar groepsgewijs naar het zuiden om daar te overwinteren. Zo’n 20 procent van de ooievaars, die het de laatste decennia erg goed doen, blijft hier. „Die krijgen het dit jaar een stuk lastiger dan de afgelopen jaren.” Ooievaars en ook reigers hebben een wat gevarieerder menu dan de ijsvogel. Als ze geen vis kunnen vangen, zoeken ze in de modder naar padden en kikkers. Als dat door ijsvorming niet meer gaat, azen ze op muizen, een mol of een konijntje.

Dat blauwe reigers niet erg kieskeurig zijn, weten ook stedelingen met een vijvertje: goudvissen zijn ook voedzaam. De ‘patatreiger’ eet desnoods broodkorsten en kent de openingstijden van de snackbar. Toch bezwijken ’s winters ook de nodige reigers. In de koude winter van 2008 sneuvelde zo’n 30 procent. Dat betekent dat er in het voorjaar minder zijn om zich voort te planten. Uit onderzoek blijkt echter dat ze daarbij soms gewoon een jaartje overslaan. Omdat reigers tientallen jaren oud kunnen worden –de oudste geringde vogel haalde 38 jaar– kunnen ze zich als soort die luxe permitteren als ze een stevige winter achter de rug hebben en hun conditie niet al te best is.

De Vogelbescherming roept mensen op om de vogels te helpen met broodkruimels, vetbollen met zaden of aan een draad geregen pinda’s. Daarvoor hoef je geen grote tuin te hebben, ook op het balkon weten de mezen en mussen deze lekkernijen te vinden. „Voor visetende vogels kun je eigenlijk niet veel doen”, stelt Scheurkogel vast. Dat er in deze periode slachtoffers vallen is onvermijdelijk, je kunt immers niet een hele populatie helpen. De zwakste dieren vallen als eerste af. De dood van individuele vogels hoort bij de natuur, vindt hij. „Het belangrijkste is dat hun leefomgeving op orde is: schoon en zuurstofrijk water met een zo groot mogelijke biodiversiteit. Als dat goed is, kan een soort zich na een strenge winter betrekkelijk snel herstellen. Dat geldt niet alleen voor visetende vogels, maar net zo goed voor tuinvogels.” Hij verwijst naar de koude winter van 2008 en de winters daarvoor waarin de Elfstedentocht werd verreden. De ijsvogelstand heeft daar niet echt onder geleden, omdat de diertjes die de winter overleefden, zich succesvol voortplantten. In één seizoen brengen ze soms wel drie nestjes van vijf tot zeven jongen groot die het jaar daarop al meedoen aan de voortplanting.

Eind januari nog maakte de Vogelbescherming bekend dat de ijsvogel zijn beste seizoen beleefde sinds veertig jaar. Hij profiteerde sterk van de milde winters van afgelopen twee jaar. Het aantal ijsvogels werd geraamd op 4000.

Dat het sinds de jaren negentig zo goed gaat met de ijsvogel komt vooral door de verbetering van de waterkwaliteit en het herstel van steile beekoevers. De vogels maken daarin gangen met aan het eind een hol waar ze hun eitjes uitbroeden. Deze vorstperiode doet de populatie waarschijnlijk een stapje terug, aldus Scheurkogel. „Een wak slaan in het ijs zal ze niet helpen.” Hoe lang ijsvogels het volhouden zonder vis weet hij niet precies. „In een koude nacht kunnen ze wel 10 procent van hun gewicht verliezen. Warm blijven kost veel energie. Als ze dat niet kunnen compenseren door te eten, houden ze dat niet lang vol.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer