Israël populairst bij Nederlanders
Nederland is, verhoudingsgewijs, op toeristisch gebied voor Israël het belangrijkste land ter wereld. Een tabel uit 2000 laat zien dat er van elke 168 Nederlanders één op bezoek ging in het Heilige Land. Nederland staat daarmee op nummer één van een lijst van vijftien landen. Finland is, met één bezoeker per 195 inwoners, een goede tweede.
De Verenigde Staten, het land dat de grootste Joodse gemeenschap binnen zijn grenzen heeft buiten Israël, staan op nummer twaalf. Rusland, waarvandaan de laatste jaren tienduizenden inwoners geëmigreerd zijn naar Israël, neemt de vijftiende plaats in met één Israël-bezoeker per 4427 inwoners.
Mevrouw Kadan, directeur van het Israëlische bureau voor toerisme, kan deze leidende positie van Nederland niet echt verklaren. „Ik denk dat het te maken heeft met een combinatie van factoren. Zo is Israël relatief gezien dichtbij en is er zowel mooi weer als cultuur te vinden. Voor christenen is het daarbij natuurlijk het land van de Bijbel. Bovendien zijn Nederlanders een van de reislustigste volken ter wereld.”
Opvallend is dat de Joodse gemeenschap in Nederland relatief klein is. „Zo zien we bijvoorbeeld dat verreweg de meeste Belgische Israël-gangers Joods zijn. Bij Nederlanders geldt dit niet, daar is verreweg het grootste deel toerist.”
In 2000 bezochten ruim 92.000 Nederlanders Israël, wat ons land een zesde plaats opleverde in de ranglijst van landen met Israël-bezoekers in absolute aantallen. De Verenigde Staten stonden met 532.000 bezoekers op de eerste plaats. In 2001 was het aantal Nederlandse Israël-gangers afgenomen tot 52.000.
Wie als Nederlander Israël bezoekt, zal ontdekken dat Hollanders zowel bij Joden als Arabieren mateloos populair zijn. Wat de Arabieren betreft, is dat te verklaren uit de aanzienlijke financiële steun die de Nederlandse regering de afgelopen jaren heeft gegeven aan de Palestijnen. Mevrouw Kadan: „Bij de Joden heeft die populariteit natuurlijk alles te maken met het verleden. Nederlanders hebben het imago veel voor de Joden gedaan te hebben in de oorlog.” Ze lacht wat schuchter: „Ja, ik weet dat dat beeld niet helemaal overeenkomt met de werkelijkheid, maar je krijgt het er niet meer uit. Er is een grote mate van verbondenheid met Nederland.”