„En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.” - Lukas 1:45

Maria wordt door de Heilige Geest zalig gesproken. Niet omdat ze niet zondig is en in zichzelf heilig is. Maar omdat ze geloofd heeft. Dat geloof, als een geschonken instrument, mocht ze beoefenen toen ze van Gabriël de boodschap kreeg dat ze de moeder des Heeren zou worden. Ze mocht deze tijding aanvaarden en zich onvoorwaardelijk overgeven, al wist ze niet hoe dat gaan zou. „Zie, de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw Woord”, zo sprak ze.

Het geloof van Maria had dus een Voorwerp. Namelijk de Zaligmaker, Die uit haar zou geboren worden. Dat was een toestemmen en vertrouwen, tegen alle menselijke berekening in. Ze zou een Kind ontvangen zonder toedoen van een man. Door de kracht van de Heilige Geest, Die haar zou overschaduwen en de vrucht in haar tot stand zou brengen.

Dat Kind zou heilig zijn. „Dat Heilige, Dat uit u geboren worden zal”, zo sprak de engel. Zo’n Zaligmaker had Maria nodig, opdat Hij door Zijn heilige ontvangenis en geboorte haar zonde, waarin zij ontvangen en geboren was, voor het aangezicht van Zijn Vader zou bedekken.

Dat Kind zou Gods Zoon genaamd worden. Dat betekent dat Hij machtig was om haar zalig te maken. Dat Hij in staat zou zijn haar schuld over te nemen en Gods toorn voor haar uit te blussen.

Dat Kind zou wáár mens zijn. In alles de mensen gelijk, om een barmhartig en getrouw Hogepriester te zijn. Om haar belangen bij de Vader te behartigen.

Dat Kind zou Koning zijn. Om haar van de heerschappij van de duivel en de zonde te verlossen en in de gemeenschap met God te herstellen.

Het geloof van Maria zal dat niet allemaal tegelijk hebben kunnen bevatten. De inhoud moest van stap tot stap geleerd worden. Maar het Voorwerp ervan was Jezus. Door dat geloof was ze zalig. Niet dat haar geloof de grond van die zaligheid was. Het was de hand waarmee ze de weldaden die haar Zaligmaker voor haar zou gaan verwerven, mocht aannemen.

Ze mag nu een bevestiging van haar geloof ontvangen uit Elizabets mond, die de tolk is van de Heilige Geest. Zo zijn ook Gods dienaren, als ze uit het heiligdom bediend worden, tolken van de Heilige Geest.

Ze mag het horen: „De dingen die haar van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.” Het Kind is haar beloofd. Ze zal dat Kind straks mogen zien en in de armen nemen. Daar zal nog wel een weg tussen liggen. Een weg in het donker. De onbegrepen weg naar Bethlehem, naar een beestenstal. Maar door die weg zal de Heere Zijn belofte vervullen.

Mocht u die toezegging ook ontvangen? Die belofte die gericht is op de Zaligmaker? Gaat uw weg door het donker? Weet dan: Zalig is zij/hij die geloofd heeft, want de dingen die haar/hem van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden. Hij vervult Zijn Woord, omdat Hij de God is Die niet liegen kan.