West Betuwe let op ‘parels’
De kersverse gemeente West Betuwe wil het beleid rond recreatie, toerisme en vrijetijdsbesteding aanpassen. „Wat kan beter, meer of minder? We zijn benieuwd naar de mening van inwoners en bezoekers van onze gemeente”, zegt wethouder Rutger van Stappershoef.
Vooraf slaat de wethouder vast een paar piketpaaltjes: „We moeten vooral de kleine pareltjes van ons gebied niet vergeten. En goed in de gaten houden waar onze inwoners zelf prijs op stellen.”
Om alle wensen en ervaringen in kaart te brengen heeft de gemeente onlangs een enquête gehouden. „We hebben inwoners en bezoekers gevraagd wat ze vinden van het aanbod op het gebied van recreatie en toerisme. En welk cijfer ze daarvoor geven.”
De wethouder is heel benieuwd naar de resultaten van het onderzoek. „De uitkomsten worden op dit moment uitgewerkt en geanalyseerd. Mede op basis daarvan gaan we proberen de gemeente nog aantrekkelijker te maken.”
Van Stappershoef is op dit moment druk bezig om het toeristisch beleid van de voormalige gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen op elkaar af te stemmen. De uitkomsten van het onlangs gehouden onderzoek en de mening van inwoners, bezoekers en de ondernemers die hun brood in de toeristische sector verdienen, zijn daarbij belangrijke bouwstenen. „Het is een buitengewoon intensief traject, waarbij we ook de gemeenteraad gaan betrekken.”
Een andere belangrijke bron bij de totstandkoming van het nieuwe beleid is volgens Van Stappershoef het Bidbook dat voor de herindeling werd opgesteld. Daarin staan bijdragen van inwoners en instanties uit de 26 dorpen en stadjes die nu West Betuwe vormen.
Volgens de wethouder zijn een paar „iconen” karakteristiek voor het gebied. De rivier de Linge is er een van. Het schilderachtige riviertje doorsnijdt de gemeente, is bepalend voor het landschap en een steeds grotere trekpleister voor bijvoorbeeld kanoliefhebbers. Bovendien vormt de Linge –met zijn lengte van 108 kilometer de langste, geheel in Nederland stromende rivier– het fraaie decor voor tal van wandelingen en fietstochten.
Inwoner Doekle Terpstra, in het verleden onder meer CNV-bestuurder en nu voorzitter van Techniek Nederland, houdt in het Bidbook een pleidooi voor het „koesteren” van de Linge. „Ruimte, rust en water. Wandel- fiets- en vaarroutes. Prachtige uiterwaarden en schitterende vergezichten over bomen in bloei. Denk je aan de Betuwe, denk je aan gemeente West Betuwe, dan denk je aan fruit en bloesem. Dat is karakteristiek voor onze regio. Iedereen heeft meteen die associatie. Het groen, de stilte en de aantrekkingskracht van het water moeten we cultiveren”, vindt Terpstra. „Dat is een aantrekkelijke combinatie voor toeristen. Dat biedt volop kansen.”
Pontons
Andere grote toeristische trekkers zijn volgens Rutger van Stappershoef het fruit, de bloesem en zeker ook de Rode Kruis Bloesemtocht. Dit jaar deden bijna 35.000 wandelaars mee aan deze wandeltocht in de wijde omgeving van Geldermalsen. Zij konden kiezen uit maar liefst acht afstanden van 8 tot 40 kilometer door boomgaarden en over terreinen die normaal gesproken niet toegankelijk zijn. Saillant detail is dat het leger speciaal voor de Bloesemtocht tijdelijke pontons over de Linge legt om sommige routes mogelijk te maken.
Landgoedfairs
Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt is ook al zo’n publiekstrekker. Gemiddeld trekken de landgoedfairs die elke zomer op het uitgestrekte landgoed in Beesd worden gehouden tussen de 20.000 en 30.000 bezoekers. De 25e editie eind augustus trok meer dan 36.000 belangstellenden.
Nog een icoon van de fusiegemeente is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. West Betuwe heeft maar liefst drie forten binnen haar grenzen: het fort bij Asperen, het GeoFort bij Herwijnen en Fort Vuren. De verwachting is dat in 2020 de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de werelderfgoedlijst van UNESCO komt te staan. Dat levert vrijwel zeker een flinke toeristische impuls op, waarvan ook gemeente West Betuwe kan profiteren.
Agrarische identiteit
Het Bidbook neemt vast een voorschot op het beleid dat de gemeente nog moet vaststellen. „De bloesemgemeente van Nederland zijn en blijven, dat is de uitdaging voor West Betuwe tot 2030. Hoe zorgen we ervoor dat de agrarische identiteit van de regio met al haar fruitboomgaarden straks hand in hand gaat met een recreatieve?”
Een andere opmerkelijke uitspraak in het boekwerkje is dat inwoners en ondernemers graag één of meer extra grootschalige toeristische trekkers naar het gebied willen halen. Al die extra bezoekers zorgen voor meer inkomsten, maar tegelijkertijd ligt overlast voor de inwoners op de loer. „Het gaat erom een goede afweging van kansen en bedreigingen te maken. We denken na over een goed evenwicht”, zegt de wethouder.
Naast al die grote publiekstrekkers heeft de nieuwe gemeente nog meer toeristische ijzers in het vuur. „Het gaat om kleine pareltjes, maar het zijn juist die pareltjes die dit gebied zo aantrekkelijk maken. Denk aan de vele wandel- en fietsroutes, maar ook aan de klompenpaden in onze gemeente.”
Klompenpaden
West Betuwe telt inmiddels vier klompenpaden. Medio september was Van Stappershoef in Herwijnen betrokken bij de feestelijke opening van het Engelenburgerpad, een rondwandeling van tien kilometer door het fraaie buitengebied van Herwijnen. Wandelend over de oude en de nieuwe dijk, door boomgaarden, weilanden en de uiterwaarden langs de Waal, komt de wandelaar allerlei historische bezienswaardigheden en monumentale panden tegen.
Eerder werden het Vurensche Polderpad in Vuren, het Rhenoijschepad in Rhenoy en het Leidschehoevenpad in Tricht opgenomen in de lijst van klompenpaden in Gelderland en Utrecht.
Het bijzondere van het Vurensche Polderpad dat in september 2016 werd geopend, is dat het een flink stuk langs de voormalige Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt. De wandeling is 15 kilometer lang en biedt de mogelijkheid een korter of langer traject te lopen. De route voert door het buitengebied van het voormalige Lingewaal, langs de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Waal en de Linge, door het Lingebos en over historische kaden en dijkjes. Voor de liefhebbers is een van de hoogtepunten van het Vurensche Polderpad de ‘ontmoeting’ met Fort Vuren en de herstelde polderkade van de Waterlinie die de verbinding vormt tussen de groepsschuilplaatsen.
Eigen inwoners
Wethouder Van Stappershoef benadrukt dat het hem er niet alleen om te doen is om het bezoekers en toeristen naar de zin te maken. „Het gaat vooral ook om onze eigen inwoners. Daar leg ik de focus als het gaat om de toegankelijkheid van onze omgeving.”
Hoewel de uitwerking van de enquête en het maken van nieuw beleid nog enige tijd vergt, zijn de eerste stappen al zichtbaar. In het Bidbook laten inwoners en ondernemers weten dat er langs de Linge te weinig ruimte is om te recreëren. Oorzaak daarvan is dat veel grond langs het idyllische riviertje particulier eigendom is.
Aanlegsteigers
„We gaan zorgen voor extra toegang tot de Linge”, zegt de wethouder. „In iedere kern gaan we werken aan een betere bereikbaarheid en een beter zicht op de rivier.”
In de begroting voor komend jaar heeft gemeente West Betuwe hiervoor 80.000 euro uitgetrokken. Na de zomer van 2020 gaat de gemeente aan de slag, zodat elke kern via een aanlegsteiger of kade een openbare toegang tot de rivier krijgt en de eigen inwoners nog meer plezier gaan beleven aan de rivier de Linge, die ook op toeristen zo’n grote aantrekkingskracht heeft.
>> westbetuwe.nl/toerisme >> lingestreek.nl >> rivierenland.nl/route/lingeroute