Kruis betekent niets zonder opstanding
Waar hebben de apostelen het meest over gepreekt? Uit onderzoek naar de preken en toespraken in het boek Handelingen blijkt dat de opstanding van Jezus met stip op één staat. Nog voor de verkondiging van Zijn lijden en sterven of thema’s als bekering en oordeel. Dit geeft aan hoe centraal de opstanding (of beter gezegd: de Opgestane) stond in de geloofs- en denkwereld van de eerste christenen.
Het is de vraag of deze centrale plaats van de opstanding door christenen voldoende gehonoreerd wordt. Wie een rooms-katholieke kerk bezoekt, ziet wel veertien kruisstaties, maar deze eindigen bij Jezus’ begrafenis. Eenzelfde manco openbaart zich in kerken in de reformatorische traditie. Na zes of zeven lijdenszondagen volgt er geen gelijk aantal zondagen rond de betekenis van de opstanding.
Nu mogen kruis en opstanding niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Het kruis is van onschatbare waarde. Maar het kruis betekent niets zonder opstanding. De verlossing van de mens en van de wereld rust op twee pilaren: kruis en opstanding.
Vandaar dat Paulus Timotheüs klemmend oproept om in gedachten te houden dat Jezus Christus opgewekt is uit de doden (2 Timotheüs 2:8).
Die oproep is ook belangrijk voor christenen vandaag, en wel om meerdere redenen. Hieronder volgen er drie.
Rechtvaardiging
Pasen laat zien dat Jezus rechtvaardig is – en ieder die in Hem gelooft. Door Jezus op te wekken uit de dood laat God zien dat Zijn Zoon rechtvaardig is.
Waar iedereen dacht dat Hij het niet was en Hij als een onrechtvaardige gekruisigd werd, is de opwekking van Jezus uit de dood het ultieme bewijs van het tegendeel.
Hij is rechtvaardig, want Hij is 33 jaar lang gehoorzaam geweest aan Zijn Vader. Hij is rechtvaardig, want Hij is niet afgeweken van het pad dat God voor Hem uitgestippeld had, zelfs niet toen de Vader Hem de drinkbeker van de toorn aanreikte. Hij is rechtvaardig, want Hij heeft vastgehouden aan God, zelfs toen Deze Hem verliet. En daarom betekent Pasen: dat Jezus de Rechtvaardige is.
Door Hem uit de dood op te wekken, stelt God Hem publiekelijk in het gelijk. Dat is niet alleen van groot belang voor Jezus Zelf, maar ook voor ieder die in Hem gelooft. Hij is, aldus Paulus, overgeleverd om onze zonden en opgewekt om ónze rechtvaardigmaking (Romeinen 4:25).
Wie met zijn ongerechtigheden bij deze Rechtvaardige schuilt, deelt in Zijn rechtvaardiging. Wie door het geloof met Hem verenigd is, deelt in de rechtvaardige status van de Zoon. „Mijn Knecht, de Rechtvaardige, zal velen rechtvaardig maken” (Jesaja 53:11). Pasen legt de basis waarop onrechtvaardigen rechtvaardig worden en delen in de ”vreemde” gerechtigheid van Christus.
Daar blijft het niet bij. De opgestane Christus is ook een bron van vernieuwing voor wie in Hem gelooft. De opstellers van de Heidelbergse Catechismus stellen dat „wij door Zijn kracht opgewekt worden tot een nieuw leven” (Zondag 17). Leven met Christus betekent: jezelf verloochenen, sterven aan jezelf en opstaan tot een nieuw leven.
Het christelijk leven is een leven tegen de stroom in. Een leven waarin dagelijks nee gezegd moet worden tegen de zonde en zondige verlangens. Een leven dus waarin je elke dag jezelf moet verloochenen. Alleen de kracht van de Opgestane maakt dit mogelijk. Hij zegt niet alleen: „Zonder Mij kunt gij niets doen” (Johannes 15:5). Hij belooft ook: „Mijn kracht wordt in (uw) zwakheid volbracht” (2 Korinthe 12:9).
Nieuwe schepping
Die reeds begonnen vernieuwing van de gelovige vindt een parallel in de vernieuwing van alle dingen. Paulus’ woord „Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden” (2 Korinthe 5:17) slaat niet alleen op de individuele gelovige, maar heeft ook kosmische proporties. Toen Jezus uit de dood opstond, is de nieuwe schepping begonnen.
Anders dan vaak gedacht wordt, is de vernieuwing van de schepping niet iets wat nog uitstaat, maar een zaak die reeds begonnen is. Tegen alle verwachting in, terwijl het einde er nog helemaal niet is, midden in de geschiedenis, staat er een mens op... tot een eeuwig onvergankelijk leven! Dat betekent: de nieuwe schepping is al begonnen. En Christus is de Eersteling van die nieuwe schepping geworden.
Zoals de geallieerden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog erin slaagden een bruggenhoofd te leggen in vijandelijk gebied, door de landing in Normandië, zo is Jezus erin geslaagd een bruggenhoofd te leggen in deze duistere, donkere wereld, waarin dood en zonde oppermachtig zijn. En zoals Normandië het begin is geweest van het einde, zo luidt Pasen eveneens het begin van het einde in. Christus heeft de dood de genadeklap gegeven. En Zijn opstanding is de garantie dat straks alle dingen vernieuwd zullen worden.
Perspectief
Wie dit weet, wie dit gelooft, heeft een ander perspectief op het leven. Pasen betekent dat deze ellendige wereld (met zijn pijn, lijden, ziekte, terreur en dood) niet het laatste woord heeft. Zoals de mensen in het bezette Europa vanwege de begonnen bevrijding moed vatten, mag een christen weten: „Want Gods goedheid zal uw druk eens verwiss’len in geluk” (Psalm 42:3 berijmd). Het is immers Pasen geweest. De bevrijding is al aan de gang. De nieuwe schepping is al begonnen en het moment dat God alle dingen nieuw maakt, komt steeds dichterbij.
De Deense filosoof Kierkegaard gebruikt het beeld van een roeier om dit perspectief inzichtelijk te maken. De roeier zit met zijn rug naar het doel. Zijn blik is gevestigd op waar hij vandaan kwam. En af en toe kijkt hij over zijn schouders naar waar hij heen gaat. Dat is het beeld van een christen die Pasen begrepen heeft: op weg naar de toekomst met Pasen in beeld.
In een wereld die steeds chaotischer wordt en waarvan het einde nabij is, is dit perspectief harder nodig dan ooit. Maar wie in gedachten houdt dat Jezus Christus opgewekt is uit de dood, wie schuilt bij de Rechtvaardige en door Zijn kracht opstaat tot een nieuw leven, heeft geen reden tot vrees. Wel tot zingen:
„Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door Zijn dood bereid,
een leven in Zijn heerlijkheid.”