Gevoelige nederlaag SPD in Saarland
De SPD van bondskanselier Gerhard Schröder heeft zondag zoals verwacht een forse nederlaag geleden in deelstaatverkiezingen in Saarland. De partij verloor bijna eenderde van haar aanhang en eindigde volgens de voorlopige einduitslag op 30,8 procent.
De christen-democratische CDU van deelstaatpremier Peter Müller eindigde op 47,5 procent (plus 2) en heeft ook de komende vijf jaar geen coalitiegenoot nodig om te kunnen regeren.
De Groenen (5,6 procent) en de liberale FDP (5,2 procent) keren beide na jaren van afwezigheid terug in het deelstaatparlement. De extreem rechtse NDP, die voor het eerst meedeed, eindigde op 4 procent en haalde de kiesdrempel daarmee niet.
Veel kiezers in de kleine westelijke deelstaat lieten zich bij het uitbrengen van hun stem leiden door nationale kwesties. De SPD, vijf jaar geleden nog goed voor 44,4 procent, werd hard gestraft voor de hervormingsplannen van de regering-Schröder. De verkiezingen waren de eerste sinds het begin van de massale maandagprotesten tegen de bezuinigingen op het sociale stelsel.
In Saarland had de SPD sinds 1960 niet meer zo weinig stemmen gehaald. Saarland is de thuisstaat van Oskar Lafontaine, die in 1999 na een machtsstrijd met Schröder aftrad als minister van Financiën en SPD-leider en zich sindsdien manifesteert als diens politieke Nemesis. Lafontaine heeft zich bij de maandagprotesten aangesloten en riep Schröder onlangs op af te treden. Volgens de SPD-lijsttrekker in Saarland, Heiko Maas, is het grote verlies van de sociaal-democraten vooral op het conto van Lafontaine te schrijven. Maas riep de voormalige partijleider ertoe op de SPD vaarwel te zeggen.
CDU-leider Angela Merkel reageerde uitgelaten op de „sensationele” uitslag, die volgens haar een goed voorteken vormt voor latere verkiezingen deze maand. Over twee weken worden in twee deelstaten in Oost-Duitsland verkiezingen gehouden. Een week later zijn er lokale verkiezingen in het SPD-bolwerk Noord-Rijnland-Westfalen.