Motie van wantrouwen
Na de dinerpauze is PVV-leider Wilders de eerste die mag reageren op het betoog van premier Rutte. Volgens hem ligt „onze rechtsstaat aan infuus, na mokerslagen te hebben ontvangen. De regering is niet meer overal de baas in ons land. De Marokkaanse maffia heerst, ze worden iedere dag sterker en iedere dag brutaler”, stelt hij.
Hij dient een motie in om de verhoging van de btw op boodschappen af te schaffen, de huren te verlagen en eigen risico in de zorg af te schaffen.
Ook vraag hij per motie om de regering de aandelen van ABN-Amro te verkopen en daarvan 8 miljard euro af te zonderen om elke Nederlander 1000 euro te kunnen geven.
Ten slotte wil hij dat de regering de dreigende pensioenkorting van tafel haalt. Ook daar dient hij een motie over in.
Zijn belangrijkste motie echter betreft de rechtszaak waarin Wilders zelf is verwikkeld. Omdat het kabinet niet op deze kwestie wil reageren, dient Wilders een uiterst korte motie van wantrouwen in.