Vrouwen zijn met 44 procent trouwer in de kerkgang dan mannen (32 procent). Het bezoeken van bruiloften en begrafenissen wordt in de cijfers niet meegerekend.

In de VS is het aantal regelmatige kerkgangers bij de rooms-katholieken (38 procent) kleiner dan bij de protestanten (46 procent). De baptisten bezoeken het vaakst de kerkdiensten: 52 procent. Het verschil tussen rooms-katholieke mannen en protestantse mannen is opvallend: 26 procent van de rooms-katholieke mannen en 42 procent van de protestantse mannen gaat ten minste één keer per week naar de kerk.

De aanhangers van de Republikeinen zijn met 47 procent trouwere kerkgangers dan de Democraten (38 procent) en onafhankelijken (29 procent). In het algemeen neemt de kerkgang bij het ouder worden toe. Van de Amerikanen tussen de 18 en de 30 jaar gaat 28 procent ten minste één keer per week naar de kerk. Bij de 65-jarigen is het 66 procent. Van de volwassen Amerikanen noemt 83 procent zich volgens ABC christen.

De Duitse christelijke persdienst Idea heeft deze cijfers vergeleken met die uit eigen land. Van alle Duitsers is ongeveer 65 procent lid van een kerk. Ongeveer 8 procent van de gehele bevolking gaat op een doorsnee zondag naar de kerk. In de protestantse landskerk, de EKD, ligt het aandeel onder de 4 procent, bij de RK-Kerk op 18 procent. In de vrije kerken bezoekt daarentegen ongeveer 70 procent van de leden de wekelijkse godsdienstoefening.