Dreigt opnieuw het gevaar van een Iraanse atoombom?
Iran heeft sinds enkele dagen ruim 300 kilo laagverrijkt uranium in bezit. Daarmee overschrijdt Teheran de limiet die in het atoomakkoord van 2015 is afgesproken. Wat betekent dat? Is het alleen bedoeld om de druk op de internationale gemeenschap op te voeren, of loert opnieuw het gevaar van een Iraanse atoombom? Vier vragen.
Wat is laagverrijkt uranium?
In natuurlijk uranium zit maar een klein beetje uranium-235. Voor het op gang houden van een nucleaire reactie is een hoger gehalte U-235 nodig. Het bereiken van zo’n hoger percentage wordt ”verrijken” genoemd. Laagverrijkt uranium, met een percentage uranium-235 van 2 tot 3 procent, kan worden gebruikt voor medische doeleinden of het opwekken van kernenergie. Hoogverrijkt uranium is nodig voor het bouwen van een kernwapen.
Het verrijken van uranium gebeurt in gascentrifuges. Via een ingewikkeld scheikundig proces laat men uranium vooraf reageren met fluor tot uraniumhexafluoride. Die laatste stof wordt in gasvorm in de centrifuge gepompt en daarna rondgeslingerd. Door de middelpuntvliedende kracht worden de zwaardere deeltjes, met daarin vooral uranium-238, naar de buitenkant van de machine geslingerd en daar afgetapt. Daardoor blijft er een groter percentage uranium-235 over. Door dat proces steeds te herhalen, blijft uiteindelijk een steeds hoger verrijkt uranium over.
Wat is nodig voor het bouwen van een atoombom?
Voor het vervaardigen van één kernwapen is ongeveer 1050 kilogram uranium nodig, dat tot minstens 90 procent is verrijkt. Overigens is daarvoor een veelvoud aan uraniumerts nodig, omdat slechts een fractie van het oorspronkelijke materiaal als bruikbaar ‘eindproduct’ overblijft. Het opwaarderen van uranium tot circa 20 procent, kost de meeste inspanning. De resterende 70 procent neemt slechts een tiende van de totale verrijkingstijd in beslag.
Onder het atoomakkoord van 2015 mocht Iran uranium tot maximaal 3,67 procent verrijken. Teheran heeft aangekondigd dat een eventuele volgende stap verrijking tot 20 procent kan zijn. Dat besluit zou de Islamitische Republiek al binnen een week kunnen nemen. Een dergelijke maatregel zou de wereld pas écht zorgen moeten baren, want het zou dan slechts een kwestie van enkele maanden zijn voor Iran over voldoende materiaal beschikt om een atoombom te produceren.
Wat is Iran van plan?
Iran houdt sinds jaar en dag vol dat het uranium alleen voor vreedzame doeleinden verrijkt. Vooral Israël waarschuwt echter al jarenlang dat Iran achter de schermen aan de ontwikkeling van kernwapens werkt. Een gedurfde inval van agenten van de Israëlische geheime dienst Mossad in 2018 in een loods in Teheran, leverde een schat aan documenten op waaruit het bestaan van een geheim programma voor massavernietigingswapens bleek. Het besluit van de Amerikaanse president Donald Trump om uit het atoomakkoord te stappen, zou mede op die informatie zijn gebaseerd.
Of Iran op dit moment nog altijd in het geheim aan kernwapens werkt, blijft in nevelen gehuld. Voor het oog passen de huidige Iraanse manoeuvres allemaal in het geopolitieke steekspel van dit moment. Teheran probeert de internationale gemeenschap maximaal onder druk te zetten om onder economische sancties uit te komen, die vooral de olie-industrie zwaar treffen. Het feit dat Iran openlijk de grenzen van het akkoord overschrijdt en mogelijk zelfs hoogverrijkt uranium gaat produceren, belooft echter weinig goeds.
Wat kan de wereld doen?
De Verenigde Staten hebben de strafmaatregelen tegen de Islamitische Republiek al fors aangescherpt. Europa zou dat ook kunnen doen, als antwoord op de laatste schending van de deal. Dat zal Teheran er vermoedelijk alleen maar toe brengen stappen te nemen die de verhoudingen nog meer op scherp zetten.
De rode lijn voor zowel Israël als de Verenigde Staten is het moment waarop Iran daadwerkelijk in het bezit van een atoombom dreigt te komen. Beide landen hebben verklaard dat met alle beschikbare middelen –lees: militair ingrijpen– te zullen voorkomen. Gezien de incidenten van de afgelopen weken –het neerschieten van een Amerikaanse drone en de aanvallen op olietankers– bestaat echter de vrees dat het conflict al eerder tot een gewapend treffen escaleert.