Vermoord om de slacht van een os
Op 10 april vielen hindoeradicalen in de oostelijke Indiase staat Jharkhand vier christenen aan, omdat ze een dode os opensneden. De 50-jarige Prakash Lakda vond de dood. Sinds het aantreden van premier Modi in 2014 is geweld uit naam van hindoenationalisme toegenomen.
De daders in Jharkhand, afkomstig van hindoegemeenschap Sahu, riepen „Jai Shree Ram” (Lang leve god Rama). Ze staken en sloegen de zogenaamde adivasi, ”tribals”, en sleepten hen naar het politiebureau. De politie arresteerde vervolgens niet de daders maar de zwaargewonde slachtoffers wegens schending van het slachtverbod op koeien. Het dier was echter een natuurlijke dood gestorven. Inmiddels zijn twee van de aanvallers ook gearresteerd.
De hatecrimetracker van organisatie IndiaSpend registreerde sinds 2009 286 religieus gemotiveerde geweldsincidenten. Negentig procent van de incidenten vond na 2014 plaats, veelal op verdenking van koeslachting of bekering. Beide activiteiten zijn in veel staten bij wet verboden. Moslims zijn het vaakst slachtoffer. Vijftien procent van de aanvallen was gericht op christenen. Een hoog percentage, omdat christenen slechts 2,3 procent van de bevolking uitmaken: zo’n 28 miljoen mensen.
„De Paasdagaanslagen in Sri Lanka hebben ons eraan herinnerd hoe kwetsbaar we zijn”, zegt pastor Mohit Hitter van de Kathedraal van de Verlossing. De vanouds anglicaanse kerk, behorend tot de verenigde Kerk van Noord-India, staat in het hart van Delhi tegenover het parlementsgebouw. „Gelukkig zijn dit soort bloedige aanslagen ons in India bespaard gebleven. Wel zijn we bang dat het huidige hindoenationalistische klimaat het straatgeweld tegen religieuze minderheden zal verergeren.”
Volgende week donderdag zal duidelijk worden of de hindoenationalistische partij Bharatiya Janata Party (BJP) opnieuw gaat regeren. Zo ja, dan vrezen critici meer geweld en verdere inperking van vrijheden van minderheden.
Open Doors zette India op nummer tien op de lijst van christenvijandige landen. Vooral in centraal India en in rurale gebieden vallen hindoenationalistische groeperingen gelovigen, christelijke scholen en gebedshuizen aan. Vaak zijn de daders lid van de Vishva Hindu Parishad (VHP) of van de jongerenorganisatie Bajrang Dal. Beide zijn gelieerd aan moederorganisatie Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS). Steeds meer jonge, veelal mannelijke, hindoes voelen zich door huidige wetten tegen bekering en koeslachting gesterkt om het recht in eigen handen te nemen. Vanuit regeringspartij BJP, ook verbonden aan RSS, klinken tot nu toe amper veroordelingen.
Glorietijd
Pastor Hitter: „Lokale autoriteiten beweren dat de aanvallen op zichzelf staande incidenten zijn. Maar het geweld tegen christenen, en vooral moslims, is wel degelijk structureel.” Volgens hem zijn sommige van de militante groepen verbonden aan de BJP, maar is een deel juist ontevreden over de regeringspartij, omdat ze die niet hindoenationalistisch genoeg vinden.
De RSS streeft naar een hindoestaat. Ze willen terugkeren naar de glorietijd van de hindoecultuur. Maar ze gaan voorbij aan het feit dat het Indiase subcontinent nooit cultureel en religieus homogeen was. Aanhangers zien moslims en christenen als indringers, als ongewenste overblijfselen van de islamitische en koloniale overheersingen. „Maar ik ben ook burger van dit land”, stelt Hitter. „Het is niet zo dat ik als christen minder Indiaas ben.”
Vorig jaar uitte de rooms-katholieke aartsbisschop Anil Couto in een brief aan zijn parochies zijn zorgen over de „turbulente politieke atmosfeer die de democratische beginselen van de grondwet en daarmee het seculiere karakter van India bedreigen.” De brief kwam breed in de openbaarheid en zorgde voor veel ophef. „Sinds de brief worden onze diensten regelmatig bijgewoond door mensen met een taperecorder om bewijs te verzamelen van het doen van antinationale uitspraken”, zegt pater Savarimuthu Sankar van het aartsbisdom van Delhi. „De bisschop wilde de mensen ervan bewust maken wat er op het spel staat, zodat ze een geïnformeerde keuze kunnen maken bij de stembus. De BJP heeft meermalen gezegd dat ze bij meerderheid de grondwet willen aanpassen. We zullen dan geen seculiere maatschappij meer zijn maar een hindoenatie.”
Activist Harsh Mander was twintig jaar lang overheidsambtenaar. Ook in 2002, in de periode dat de huidige premier Modi staatsminister van Gurajat was. Mander bezocht Gujarat na rellen waarbij ruim duizend mensen, veelal moslims, werden gedood. Hij kon niet langer om de ophitsende rol van de BJP heen en nam ontslag. Hij leidt nu een organisatie die slachtoffers van hindoe-extremistisch geweld medische en juridische hulp biedt. „Populistische leiders, zoals Modi en Trump, benadrukken verschillen. Ze maken hun eigen waarden de norm, superieur aan de ander. Het wordt vervolgens normaal om de ander te kleineren, om hem als minderwaardig te zien. Dit is niet het India dat ik aan mijn kinderen en kleinkinderen wil meegeven.”
„Vergeet niet dat 50 procent van de huidige Indiërs geboren is na 2002”, vervolgt Mander. „Voor hen is hindoesuprematie de norm. Ze zijn niet opgegroeid met de vanzelfsprekendheid van een seculiere staat die de plicht heeft om de rechten van minderheden te beschermen.”
Verdwijnen
Mander vreest dat de BJP bij een volgende regeerperiode de grondwet zal aanpassen. „Grondrechten voor minderheden zullen verdwijnen. In 2014 stemden mensen op Modi vanwege zijn economische beloftes en zijn houding tegen corruptie. Maar de BJP heeft inmiddels haar ware gezicht getoond. Als de partij nu wint, betekent dat de stemmers het hindoenationalistische beleid ondersteunen. Dan zijn we in een donkere fase aangekomen.”
Pater Sanker is hoopvoller. „Niet iedereen is hindoenationalist. En we zijn nog steeds een rechtsstaat. Onze hoop is gericht op rechters en het gerechtshof.”