Vasten kan dieper inzicht in verlossing geven
Jezus hoefde Zijn hoorders niet uit te leggen wat vasten is. Dat moet aan het denken zetten.
De veelheid aan meningen in deze postmoderne tijd brengt een risico met zich mee. Die kan immuun maken voor andere visies. Het gevoel wordt dan de gids, want dat kan niemand tegenspreken. De mens van deze tijd wil zich wel laten inspireren, zolang het niet te dichtbij komt. Het zich verbinden aan verplichtingen valt de postmoderne mens moeilijk. Dit wordt duidelijk als het gaat om een praktisch geestelijk onderwerp als vasten, een onderwerp dat ook in de gereformeerde gezindte weinig leeft. We zouden bij dit thema meer moeten openstaan voor Bijbels onderwijs. Het is dan ook positief dat hier meer aandacht voor komt, bijvoorbeeld in het artikel van Hans Alderliesten (RD 4-3).
Hemels voedsel
De praktijk van vasten spreekt sommigen aan, zeker in de lijdenstijd. Door af te zien van voedsel kunnen we ons beter concentreren op het hemelse voedsel, Gods Woord. In het Nieuwe Testament betekent het woord vasten letterlijk ”niet eten”. Tegenwoordig wordt het ook vaak vormgegeven door bijvoorbeeld de smartphone of het internet niet te gebruiken. Het is aan de ene kant positief dat er ruimte is om zelf invulling te geven aan een onderwerp als vasten. Het van bovenaf opleggen van vasten kan immers een negatief effect hebben op iemands geestelijk leven, als diegene daar op dat moment nog niet aan toe is. Deze vrijheid kan echter vrijblijvendheid in de hand werken.
De middenweg tussen van hogerhand de regels opleggen en zelf bepalen wat je doet, is onderzoeken wat de Bijbel ons hierover leert en naar aanleiding daarvan met anderen in gesprek te gaan. Jezus spreekt bijvoorbeeld over het vasten in de context van gebed en het geven van geld aan de armen. Hij zegt: „Wanneer u vast...” (Mattheus 6:16). Hij hoeft niet uit te leggen wat vasten is, omdat het een bekende praktijk is voor Zijn luisteraars. Het moet ons aan het denken zetten dat vasten in Jezus’ dagen bekend was en nu nauwelijks. Het geestelijk gesprek met anderen leert ons om Gods Woord toe te passen op ons leven. Dat geldt ook voor vasten. We hebben iemand nodig met wie wij open over geestelijke vragen en ervaringen kunnen spreken en die zelfs onze geestelijke zwakten kent.
Niet rouwig
Door al de aandacht die het onderwerp vasten krijgt, komt de vraag naar voren: Hoe belangrijk is het vasten nu eigenlijk? C. H. Spurgeon was er helemaal niet zo rouwig om dat vasten geen gebruikelijke praktijk meer was, omdat het zó gemakkelijk een rooms karakter krijgt. Weegt dit gevaar zo zwaar, dat je dan maar beter niet kunt vasten?
Twee aanwijzingen uit het Nieuwe Testament geven ons duidelijkheid over de vraag of vasten in deze tijd nodig is. In Mattheüs 9 krijgt Jezus de vraag waarom Zijn discipelen, in tegenstelling tot de Farizeeën en de discipelen van Johannes, niet twee dagen in de week vasten. Hij legt uit dat het niet het geschikte moment voor hen is om dat te doen, omdat Hij nog bij hen is en ze eerst meer zicht moeten krijgen op de betekenis van Zijn lijden en sterven. Hij wil voorkomen dat ze op een wettische manier zouden vasten. Structureel vasten is alleen gepast als er een diep besef van onze ellende en verlossing is. Maar vasten kan juist ook een middel zijn tot verdieping van dit besef.
Een tweede aanwijzing is het vasten bij de uitzending van Paulus en Barnabas in Handelingen 13. Blijkbaar is vasten gepast bij bijzondere gelegenheden. We zouden in onze tijd kunnen denken aan de verkiezing van ambtsdragers of het beroepen van een predikant. Ook in de verkiezingstijd en op biddag is het goed om samen Gods aangezicht te zoeken door middel van gebed en vasten. Het gezamenlijk vasten wil God gebruiken om door Zijn Geest in de gemeente te werken.
De auteur is theoloog.