Post Uit Rome: Wonen in de binnenstad van Rome is genieten
Julius Caesar is bij mij ‘om de hoek’ geboren. Hij woonde in de Suburra, een binnenstadswijk in Rome. Hier woonde de Romeinse massa, het volk, in ”insulae” – vierkanten woonkazernes.
Die ”insulae” waren opgebouwd uit zo’n vijf woonlagen rondom een kleine binnenplaats, de cavaedium.
Op de begane grond was een winkel of werkplaats. Op de vliering werden goederen opgeslagen of woonden de ambachtslieden. De appartementen op de eerste verdieping werden beschouwd als de beste. Hoe hoger, hoe minder prestigieus de woningen werden.
De insulae waren in de meeste gevallen vanaf de tweede verdieping van hout. Geen wonder dat Rome nog weleens in brand stond, en heus niet alleen die ene keer in 64 na Christus onder Nero.
Er is in 2000 jaar tijd niet veel veranderd. Suburra heet nu Monti. Maar de woonkazernes van toen zijn de appartementencomplexen van nu, ook al heten ze tegenwoordig ”palazzi”. Wij wonen sinds kort in zo’n moderne insula: een vierkant van vijf verdiepingen rond een ”cortile”, een binnenplaats. Het complex bestond zeker al in 1939 (uit dat jaar stamt de oudste kadasterkaart), maar stamt vermoedelijk uit de jaren rond 1900.
We wonen op de eerste etage, in de Romeinse tijd dus de meest luxueuze verdieping, maar nu liggen de beste woningen op de bovenste etages. Daar is het uitzicht beter. Op de vijfde woont een musicus van een bekende Italiaanse popgroep. Hij is wel zo bekend dat in de Corriere della Sera laatst stond dat zijn vrouw een kind had gekregen.
Als goede én nieuwe buur leek het ons wel aardig om de moeder een cadeautje te geven. Ik belde aan, en een hoogzwangere vrouw deed open. Het was duidelijk wat er aan de hand was: ik was te vroeg met mijn geschenk, en Corriere della Sera is ook geen serieuze krant meer.
Op de begane grond zijn er winkels, helaas van het goedkopere soort. Precies onder ons een kleine supermarkt voor toeristen die bijna altijd open is. In de winkel staat van ’s ochtends vroeg tot na middernacht een jonge man uit Bangladesh. Hij woont er nota bene. Achter zijn winkel is een kamer waar hij slaapt. Het is te hopen dat hij die niet met een petroleumkacheltje verwarmt; ik heb geen behoefte aan nerojaanse toestanden. We wonen aan de binnenplaats, die in ons bezit is. Dat betekent wel dat de ogen van vier verdiepingen en acht woningen op ons zijn gericht als we buiten zitten.
Je hoort de televisie bij de buren op driehoog, waar twee zussen wonen die kennelijk nogal doof zijn. Wij kijken geen tv, maar het journaal van acht uur komt tegenwoordig luid en duidelijk door.
Geregeld valt er een knijper naar beneden. Boven ons lopen namelijk de waslijnen van de ene naar de andere kant, alsof we in Napels zijn. Net gewassen beddengoed ruikt heerlijk. Meestal vallen de knijpers vanaf de tweede verdieping, waar een 83- jarige vrouw woont. Eens in de zo veel tijd sturen we onze dochter naar boven om een zakje knijpers te overhandigen. Onze dochter is dan een uur weg, want de bejaarde vrouw vindt het heerlijk om te kletsen.
Op de derde verdieping woont een schoolkameraadje van onze dochter. Beiden zijn in staat om zo luid met elkaar te communiceren dat het hele palazzo kan meegenieten. Heel Italiaans allemaal. Wonen in Rome is werkelijk genieten!