Natuurlijk ligt de focus bij het reguleren van licht in de woning op de aanwezige openingen in muren en daken: ramen, deuren, lichtkoepels. Daardoor valt het zonlicht immers naar binnen. Een enorme open deur is: hoe meer en hoe groter de kozijnen, hoe meer binnenkomend licht. Tenminste… als er niet te veel obstakels zijn. Pas dus op met het plaatsen van leuke snuisterijen en grote planten op de vensterbank.

Denk bij ”obstakels” ook aan tussendeuren. Als je die vervangt door exemplaren met ruiten transporteer je het licht van de ene naar de andere kamer: ”doorzonnen” dus.

Misschien minder voor de hand liggend is aandacht voor de directe omgeving van de lichtopeningen. Denk aan (gebroken) witte kozijnen en lichte vloeren. Die heldere tinten weerkaatsen het licht dat erop valt, waardoor het huis opener en frisser oogt. Geef de ruimere omgeving -vloeren, muren, plafonds en meubels- ook een lichte basis voor een nog groter effect en/of: hang spiegels op!

Lichtplan

Hoe fijn de zomertijd ook is, er komt een moment dat de zon echt onder is. En dan moet kunstlicht het stokje overnemen. Zet niet willekeurig wat lampen neer, hang niet zomaar wat spots op, maar maak een lichtplan. Win desnoods deskundig advies in, want het steekt allemaal best nauw.

Het plan moet in ieder geval de volgende onderdelen bevatten: basisverlichting die een ruimte met zo min mogelijk schaduwen verlicht, praktische verlichting zoals een lamp boven eettafel of bureau en sfeerverlichting, zoals een spotje op een schilderij.

Met al die maatregelen moet een huis haast wel licht en open gaan voelen. Ze hebben echter wel een schaduwzijde: er komt nu wel heel veel licht en dus warmte binnen! Bovendien kan de privacy door alle transparantie een knauw krijgen. Wat is daartegen te doen?

Zonwering

Het meest voor de hand liggend is het aanbrengen van zonwering. Maar welk soort? Er zijn nogal wat opties op de markt: lamellen, gordijnen, screens, (rol)luiken, markiezen, jaloezieën, shutters, uitvalschermen in allerlei soorten, maten en uitvoeringen. Ook hierbij is advies van een deskundig bedrijf geen overbodige luxe.

Over het algemeen worden die soorten zonwering in twee hoofdcategorieën ingedeeld: in binnen- en buitenzonwering, waarbij de tweede warmte het beste tegenhoudt. Tot de eerste categorie behoren gordijnen, lamellen, (binnen)jaloezieën en shutters. Lamellen zijn verticaal hangende stroken van aluminium, kunststof, textiel of hout. Ze zijn makkelijk handmatig te bedienen, maar er komen steeds meer elektrisch bedienbare soorten op de markt. Jaloezieën lijken sprekend op lamellen, alleen hangen bij jaloezieën de verschillende stroken horizontaal en bij lamellen verticaal. Shutters zijn een soort luiken met horizontale houten latten. De opening ertussen is verstelbaar, waardoor de gebruiker de hoeveelheid licht simpel kan regelen.

Tot buitenzonwering behoren zonneschermen als markiezen en uitvalschermen, rolluiken, screens en (buiten)jaloezieën. Rolluiken vormen een van de bekendste vormen van zonwering, waarbij er een verticaal luik van kunststof of hout voor een raam of deur wordt geplaatst. Dit kan handmatig of elektrisch worden neergelaten. Er bestaan voorzet- en inbouwvarianten. Een screen lijkt wel wat op een rolluik, alleen heeft dat meestal een stoffen doek. Buitenjaloezieën verschillen niet wezenlijk van binnenjaloezieën, alleen is hun materiaal bestand tegen alle weersomstandigheden.

Prijzen

De prijzen van zonwering variëren sterk. Heel globaal kun je zeggen dat jaloezieën het goedkoopst zijn (vanaf zo’n 90 euro) en een breed knikarmscherm het duurst (vanaf zo’n 650 euro). Gelukkig is de investering snel terugverdient: ze levert niet alleen meer wooncomfort op, maar ook een lagere energierekening. Airco’s en ventilatoren zijn ’s zomers niet of minder nodig en als screens, luiken en gordijnen in de winter worden gebruikt, blijft de warmte beter binnen en kan de verwarming een graadje lager. Dit alles kan 3-12 % op de energierekening schelen.

(Ver)koelen

Zonwering is een belangrijke manier om warmte buiten te houden, maar er zijn natuurlijk meer opties

1. Vloerverwarming.

Door de leidingen van vloerverwarming in de zomer te vullen met koel water blijft de kamertemperatuur aangenaam laag.

2. Airco (vast of mobiel)

Deze coole vriend doet zijn werk prima, maar hij vreet energie en is vaak rumoerig.

3. Ventilator

Is veel zuiniger dan een airco, maar hij koelt eigenlijk niet, hij vérkoelt slechts.

4. Isolatie

Isolatie van dak, muren en kruipruimte en de montage van dubbel glas houdt warmte ‘s winters binnen en ‘s zomers buiten.