De auto van bestuursraadvoorzitter Abdel–Zahraa Othman, beter bekend als Izzadine Saleem, stond voor een Amerikaanse controlepost bij de ingang van de zogenoemde Groene Zone in de rij toen een auto ernaast kwam staan en ontplofte. Volgens de Amerikaanse legerwoordvoerder Mark Kimmitt bestond de bom waarschijnlijk uit een aantal artilleriegranaten in de kofferbak. Behalve Saleem, zijn chauffeur en een medewerker kwamen nog zes Irakezen om het leven, onder wie de vermoedelijke dader. Veertien Irakezen, een Egyptenaar en twee Amerikaanse militairen raakten gewond.

De Amerikaanse bewindvoerder Paul Bremer noemde de dood van Saleem een tragisch verlies voor Irak. Hij zei dat ‘de terroristen die Irak willen vernietigen’, verslagen zullen worden. ‘Het Iraakse volk zal zich ervan verzekeren dat zijn visie van een democratisch, vrij en welvarend Irak werkelijkheid zal worden.’

Saleem was de leider van de sjiitische Dawa–beweging in de zuidelijke stad Basra. Hij was schrijver, filosoof en politiek activist en hoofdredacteur van verschillende kranten en tijdschriften. Hij is het tweede lid van de door de Amerikanen ingestelde raad dat is vermoord. Aquila al–Hashimi, een van de drie vrouwen in de raad, raakte in september dodelijk gewond toen zij in haar auto in Bagdad werd beschoten. Het voorzitterschap van de bestuursraad wisselt maandelijks onder de 25 leden.

De raad koos kort na de moord op Saleem Ghazi Mashal Ajil al–Yawer tot zijn opvolger. De nieuwe voorzitter, een soennitische moslim uit de noordelijke stad Mosul, zei dat de raad niet zal afwijken van de ingeslagen weg ‘naar glorie, geluk en vrijheid voor ons volk (…) naar een democratisch, federaal, pluralistisch en verenigd Irak’. Al–Yawer blijft de resterende zes weken tot de machtsoverdracht op 30 juni hoofd van de raad.

Raadslid Salama al–Khafaji zei dat degenen die achter de aanslag zitten sektarische verdeeldheid in Irak proberen te zaaien en de overdracht van de politieke macht in het honderd willen laten lopen. Een ander lid van de raad, Naseer Kamel al–Chaderchi, schreef de aanslag toe aan dezelfde groepen die andere aanslagen hebben gepleegd, waaronder die op het kantoor van de Verenigde Naties in Bagdad vorig jaar. Minister van buitenlandse zaken Hoshyar Zebari zei dat leden van de raad de voornaamste doelwitten zijn van ‘terroristen en antidemocratische krachten’, maar zich niet laten intimideren om van de ingeslagen weg naar een nieuw Irak af te wijken.