Dit had Marjella Eijmael, voorzitter van Veritas Leiden, absoluut niet verwacht. Toen de studente voor het levensbeschouwelijke discussieplatform Veritas een debat organiseerde tussen de gelovige politicus Gert-Jan Segers en de strijdbaar-ongelovige cabaretier Arjen Lubach, rekende zij op enkele honderden gasten. Maar toen vorige week de inschrijving opende, meldden zich in drie uur tijd 1300 belangstellenden. Snel moest er een andere locatie gezocht worden. Het werd de monumentale Pieterskerk, waar maandagavond 934 mensen werden binnengelaten. Meer mochten er van de brandweer niet in.

Wat verklaart die overweldigende belangsstelling? Het thema “Geloven, doe maar thuis”? Ja, maar net zo goed het Lubach-effect. Ook christelijke studenten (het merendeel van de aanwezigen steekt bij de vraag: ”Ga je naar de kerk?” zijn hand op) kijken massaal naar het programma ”Zondag met Lubach”. En zij weten net als ieder ander dat Lubachs satirische Trumpfilmpje op YouTube wereldwijd een slordige 90 miljoen keer bekeken is.

Hoe dit ook zij, de twee debaters stellen maandagavond hun publiek niet teleur, al draaien zij regelmatig in dezelfde kringetjes rond.

Wat Segers bij Lubach irriteert, is diens stellingname dat religieus onderwijs afgeschaft moet worden. Kinderen tot 18 jaar moeten op school niet worden lastiggevallen met het bovennatuurlijke, vindt Lubach. „De samenleving is beter af als we ons in de publieke ruimte beperken tot waar we het wetenschappelijk over eens zijn. Het is niet goed als een docent het ene moment uitlegt dat tien plus tien twintig is, en een kwartier later dat er ooit een man uit een rots kwam die eerst dood was en die nu leeft en die God is. Dat moet je onbeschreven bladen niet aandoen. Dan breng je twee zaken naar voren alsof zij van dezelfde waarde en van hetzelfde waarheidsgehalte zijn.”

Segers: „Wat jij neutraal onderwijs noemt, is niet neutraal. Jij lijkt op iemand die zegt: „Als ik tot zijn achttiende levensjaar niet met mijn kind praat, mag hij daarna zijn eigen taal uitzoeken.” Dat is onzin, dat kan niet.”

Ook bij een tweede subthema komt het debat muurvast te zitten. Als Segers –in overdrachtelijke zin– tegen Lubach begint te duwen met de stelling: „Ook jij onderwijst Nederlandse kinderen moraal; als je hun vertelt dat man en vrouw gelijkwaardig zijn, is dat wetenschappelijk gezien niet te onderbouwen”, zet agnost en atheïst Lubach zich schrap. „Die gelijkwaardigheid is nu eenmaal een afspraak tussen mensen, een opvatting die tenminste gebaseerd is op feiten. Er bestaan mannen, er bestaan vrouwen. Maar wie over God begint, baseert zich op iets wat niemand kan controleren. Dat is totaal onvergelijkbaar.” Even later: „Dan kun je, in het onderwijs en de publieke ruimte, alles wel gaan toestaan. Ook mensen die in elfjes geloven. Of aanhangers van het ”vliegende spagettimonster”.”

Die term, door Lubach vaker gebruikt, schiet Segers in het verkeerde keelgat. „Jij ridiculiseert het geloof. Een eeuwenoude traditie, zoals het in deze prachtige kerk altijd beleden geloof, met diepe morele intuïties, stel jij op één lijn met iets belachelijks, iets waarin je zelf niet gelooft. Dát vind ík onvergelijkbaar.” Lubach: „Ik heb dit voorbeeld nodig, want ik wil religie, alle vormen van religie, oude of jonge, ontheiligen. Omdat ik het gevaarlijk vind als onbewezen aannames de levens van alle Nederlanders gaan beïnvloeden.”

Het is duidelijk: ook na twee uur praten raken de twee debaters het niet eens. Wat illustreert dat de Nederlandse samenleving, zoals Segers in zijn meest recente boek schreef, diepe breuklijnen kent. En dat daarvan de religieuze breuklijn weleens de diepste zou kunnen zijn

Het debat zou live uitgezonden worden, maar dat ging uiteindelijk niet door.