De Spaanse minister van buitenlandse zaken Miguel Angel Moratinos stelde maandag in een toespraak in Madrid voor dat alle beslissingen moeten worden goedgekeurd door een meerderheid van de 25 lidstaten, waarin tweederde van de Europese bevolking leeft. Spanje wil met het voorstel voor de ontwerp–grondwet voorkomen dat de vier Europese landen met de grootste bevolkingen, Duitsland, Groot–Brittannië, Frankrijk en Italië, op grond van hun inwoneraantal de macht krijgen voorstellen in de EU door te drukken.

De onderhandelingen over een Europese grondwet liepen in december vast omdat Spanje en Polen niet akkoord gingen met de in het document vastgelegde stemmenverdeling. Die verdeling is bedoeld om de besluitvoering in de EU te versnellen nu die is uitgebreid met tien lidstaten. De besprekingen over de constitutie worden op 17 mei hervat.

De ontwerp–grondwet maakt een einde aan de stemmenverdeling zoals die is vastgelegd in 2000 in het verdrag van Nice. Daarin krijgen Polen en Spanje bijna even veel stemmen als bijvoorbeeld Duitsland, dat twee keer zoveel inwoners heeft. De ontwerp–grondwet stelt ook dat voorstellen moeten worden goedgekeurd door de helft van de lidstaten met daarin 60 procent van de 450 miljoen burgers van de EU.

Onder de conservatieve regering van de Spaanse ex–premier Jose Maria Aznar was Spanje fel gekant tegen iedere wijziging van het verdrag van Nice. Maar de nieuwe socialistische regering heeft al eerder aangegeven erop gebrand te zijn het conflict rond de Europese grondwet op te lossen.

Het is echter de vraag of het nieuwe Spaanse voorstel zal helpen om de onderhandelingen over de grondwet te versnellen. Duitsland heeft meermalen verklaard de grondwet niet te accepteren als daarin wordt vastgelegd dat meer dan 62 procent van de Europese bevolking nodig is voor de goedkeuring van voorstellen.