IJsbeer niet welkom in IJsland
tekst Pieter Bliek
Afgelopen zomer waagde ijsbeer nummer zoveel de oversteek van Groenland naar IJsland. Klimaatverandering wordt als mogelijke oorzaak aangewezen. „Onzin”, zeggen IJslandse wetenschappers.
Groenland ligt op een krappe 300 kilometer afstand. Gemiddeld brengt om de paar jaar een beer een bezoek aan IJsland. De dieren zouden nietsvermoedend meeliften op het zee-ijs dat door de sterke stroming oostwaarts wordt gevoerd. Klimaatverandering of niet, eenmaal aan land gekomen wacht de beren allerminst een warm welkom.
Op de avond van 16 juli rond een uur of tien rijden Karitas Gudrunardotir en haar man Egil Thor Bjarnason op hun paarden in de buurt van hun boerderij in het noordwesten van IJsland nabij het plaatsje Blönduós aan de kust. „Plotseling zag mijn man iets wits bij de zee”, vertelt Gudrunadotir. „We dachten eerst nog aan een schaap met twee lammetjes. Maar toen het dier op zijn achterpoten ging staan, beseften we dat het om een ijsbeer ging.”
De beer bevond zich op zo’n 600 meter van hun huis en kwam hun kant op. „We gingen in galop richting de boerderij, waar op dat moment oma met ons 4-jarige zoontje en 6-jarige dochtertje naar buiten was gegaan om een lammetje dat flesvoeding kreeg een nachtkusje te geven.”
De kinderen werden snel naar binnen gebracht en de politie werd gewaarschuwd, die op zijn beurt de omliggende boerderijen alarmeerde. Toen iedereen in veiligheid was gebracht, werd de beer van 130 meter afstand doodgeschoten en met een shovel afgevoerd naar een vrieshuis.
Haatmail
De familie maakte enkele selfies van de gedode beer met hun kinderen en plaatste deze op Facebook. „Als reactie hierop ontvingen we meerdere haatmails.” Ze besloten de foto’s te verwijderen.
Hoewel ijsberen van nature niet in IJsland thuishoren, zijn de dieren niet onbekend bij de IJslanders. Sinds de kolonisatie van het vulkanische eiland door de Vikingen in 874 zijn er grofweg 500 ijsberen waargenomen.
Daarvan zijn er officieel 289 gedocumenteerd. Maar er zijn ook veel mondelinge overleveringen en mythen. Andere waarnemingen zouden inaccuraat zijn. Sommige beren zijn meerdere malen gezien. Soms zijn er alleen voetafdrukken gevonden zonder dat de beer ook daadwerkelijk is gezien.
IJsberenbezoek
Het oudste verhaal van een bezoekende ijsbeer staat opgetekend in het Book of Settlement. In het jaar 890 zou een vrouwtjesijsbeer levend zijn gevangen en aan koning Harald van Noorwegen zijn geschonken. Registraties van ijsberen in de middeleeuwen zijn echter spaarzaam.
Pas vanaf de achttiende eeuw hebben de registraties min of meer continu plaats. Maar ook voor de komst van de Vikingen werd IJsland al door ijsberen bezocht.
Gemiddeld genomen komt er om de drie jaar een ijsbeer aan land. De meeste ijsberen arriveerden tot nu toe gedurende zeer strenge winters. Tijdens de ”giant ice winter” van 1881 wisten maar liefst 73 beren de oversteek te maken. In 1274 waren het er 22, in 1275 27, in 1621 25, in 1745 39. En in de winter van 1918, toen het noorden van IJsland door zee-ijs was omgeven bij temperaturen van min 30 graden Celsius, arriveerden er 30 ijsberen.
Tussen 1950 en 2000 kwamen er slechts veertien beren. De laatste keer in de vorige eeuw was in 1993. „Dat jaar haalden vissers voor de kust van IJsland ook een beer uit het water”, vertelt de IJslandse zoöloog en ijsberenspecialist dr. Aevar Petersen.
De eerste keer in deze eeuw was pas in 2008. Sindsdien zijn er zes ijsberen geregistreerd. Twee in 2008, één in 2010, twee in 2011 en de laatste dus afgelopen zomer. De meeste registraties komen uit de noordwestelijk fjorden en het noorden, maar er zijn ook ijsberen gespot aan de oostkust en zelfs enkele aan de zuidoostkust.
Klimaatverandering
De frequentere bezoeken sinds 2008 zouden volgens sommigen te wijten zijn aan de klimaatverandering die mogelijk door de mens wordt veroorzaakt. Het feit dat de meeste van deze beren in de zomermaanden in plaats van in de wintermaanden aan land kwamen, zou hiervan een indicatie kunnen zijn. Volgens Kristin Linda Árnadóttir, hoofd van de ontvangstgroep van ijsberen in IJsland, bedreigt de klimaatverandering het leefgebied van ijsberen, wat ze richting IJsland drijft.
In het artikel ”Frosty Welcome” (2016) in het tijdschrift Icelandic Review beschrijft Árnadóttir hoe de IJslandse overheid omgaat met ijsberen. Ze roept daarom ertoe op de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen drastisch te verminderen.
„Of klimaatverandering daadwerkelijk de oorzaak is van de recente bezoeken valt nog te bezien”, meent ijsberenspecialist Aevar Petersen. Het pakijs tussen Groenland en IJsland zou volgens Petersen de hoofdoorzaak zijn waardoor er zo nu en dan een verdwaalde ijsbeer aan land komt. „Recente studies in Canada hebben overigens aangetoond dat ijsberen lange afstanden kunnen zwemmen. Wel 700 kilometer! En dan te bedenken dat het smalste stuk tussen IJsland en Groenland slechts 250 kilometer bedraagt”, verklaart Petersen.
De ijsberendeskundige suggereert dat ijsberen eigenlijk helemaal niet ongewoon zijn in IJsland: het eiland ligt simpelweg aan de rand van hun leefgebied.
Gletsjerijs
Een mogelijke verklaring voor de recente ijsberenbezoeken is de toename van het afkalvende gletsjerijs in Groenland gedurende de zomermaanden. Door de langere en warmere zomers als gevolg van de klimaatverandering duurt het smeltseizoen langer. Hierdoor zou de Groenlandse ijskap meer en grotere stukken ijs en ijsbergen in zee verliezen, waarop meer ijsberen met de sterke stroming richting IJsland afdrijven.
Hoogleraar en zee-ijsdeskundige Ingibjörg Jónsdótir van de IJslandse meteorologische dienst van de universiteit van IJsland betwijfelt deze theorie. „In West-Groenland is dit inderdaad het geval, maar dit geldt nog niet voor Oost-Groenland.”
Haar theorie luidt als volgt: „Het pakijs rond Groenland is een mix van eenjarig en meerjarig ijs. Eenjarig zee-ijs is water dat in de winter bevriest en ’s zomers smelt. Meerjarig zee-ijs is ijs dat zo dik is dat het niet helemaal smelt. Omdat het warmer wordt, is de mix van het eenjarige en meerjarige zee-ijs dat ’s winters aan elkaar vriest, dunner. Wanneer in het voorjaar de dooi inzet, valt deze aaneengevroren mix door de golfslag eerder uit elkaar. Omdat ijsberen aan de rand van het pakijs op zeehonden jagen, is de kans groter dat ze op een ijsschots op drift raken.” Jónsdótir benadrukt dat dit slechts haar theorie is, en dat deze allerminst is gestoeld op wetenschappelijk onderzoek.
Teddyberen
Klimaatverandering of slechts een toevallig op drift geraakte ijsschots, ijsberen zijn hoe dan ook niet welkom in IJsland. Tot nu toe zijn alle beren door de autoriteiten doodgeschoten. Hierdoor is er een verhit debat losgebarsten over hoe om te gaan met deze ongenode gasten.
In het artikel ”Frosty Welcome” stelt de IJslandse dierenrechtenadvocaat Árni Stefán Árnason dat het koelbloedig neerschieten een bewijs is van gebrek aan begrip voor dierenbescherming.
Hoofd van de ”berenontvangstgroep” Kristin Linda Árnadóttir benadrukt dat het hier niet gaat om schattige kleine teddyberen. „Het zijn rovers. In de ogen van de beren zijn wij voedsel. Er zijn genoeg voorbeelden van aanvallen op mensen met dodelijke afloop.”
Gezien ook het gevaar voor de toeristen, de schapen en de ziektes die de beren meenemen, nemen de autoriteiten geen enkel risico. Ook al zijn de ijsberen die in IJsland aankomen in de regel sterk vermagerd.
De beer gevangennemen en overbrengen naar een dierentuin is een andere optie. Árnadóttir: „Daarover is bij ons een ethisch debat gaande, omdat wij van mening zijn dat dergelijke dieren niet in een dierentuin thuishoren.”
Het terugbrengen per boot of vliegtuig naar Groenland heeft ook heel wat voet in aarde. Veel beren zijn overigens dermate verzwakt dat het risico op doodgaan tijdens de terugreis aanzienlijk is. „Door ze terug te sturen lopen we het risico dat de beren onbekende ziektes overbrengen op de ijsberenpopulatie. En we hebben ook nog geen antwoord van de Groenlanders gekregen of zij bereid zijn de beren terug te ontvangen.”
Kansloos
IJsberen zijn grote en krachtige dieren. Mannetjes kunnen ruim 2,5 meter lang worden en tussen de 300 en de 800 kilo wegen. De vrouwtjes worden doorgaans niet langer dan 2 meter en wegen maximaal 300 kilo. Zeehonden staan op het hoofdmenu, maar voor mensen halen ze hun neus evenmin op. Snel wegrennen is kansloos, want een ijsbeer haalt met gemak de 40 kilometer per uur.
Naar schatting zijn er door in IJsland de eeuwen heen twintig mensen door ijsberen gedood. Maar in ieder geval niet in de laatste twee eeuwen, aldus ijsberendeskundige Aevar Petersen. „Veel van de verhalen met een dodelijke afloop berusten overduidelijk op fictie. Maar één ding is zeker: vroeger, toen er nog geen geweren bestonden, waren mensen als de dood voor ijsberen”, aldus Petersen.
Volgens Jónsson zijn IJslanders aan de noordkust sinds de frequente berenbezoeken extra alert. „Ze zijn bang dat alle schapen die ze in de verte zien, ijsberen zijn.”
Karitas Gudrunardotir, die afgelopen zomer samen met haar man nabij hun boerderij een ijsbeer spotte, ontkent dit. „Nee hoor, we zijn helemaal niet bang.” De dichtstbijzijnde ijsbeer is nu te vinden in het gemeentehuis van het nabijgelegen gehucht Blönduós. Maar daarvan hebben ze niks te vrezen, want dat beest is opgezet.
Wilde verhalen
De komst van ijsberen door de eeuwen heen heeft geleid tot vele wilde verhalen, waarbij het lastig is om onderscheid te maken tussen feitelijke historie en geruchten. Maar sommige berusten overduidelijk op een mythe.
Een van deze mythen verhaalt over een ijsbeer op het eilandje Grímsey. Met zijn poot sloeg hij zo hard op de grond dat er ter plekke een warme bron ontstond.
Folklorewetenschapper Jón Jónsson, verbonden aan de universiteit van IJsland, legt uit dat de mythen over ijsberen uit twee groepen bestaan: „De eerste groep mythen gaat over slimme ijsberen die mensen vermoorden. De tweede groep over mensen die ijsberen doden.”
Zo is er een mythe van een ijsberenaanval in een boerderij waarbij een kind de beer met een schaar doodt. Deze verhalen hebben IJslandse filmmakers geïnspireerd tot het maken van de film ”Duggholufólkid”, die in 2007 ook in enkele Nederlandse filmhuizen draaide.