Een veroordeling van Wilders hoeft voor PVV niet negatief te zijn
Iedereen kon het natuurlijk op zijn vingers natellen. Het laatste woord van PVV-leider Wilders in het proces over zijn roemruchte ”minder Marokkanen”-uitspraak zou een politiek geladen redevoering worden die in de Twee Kamer niet zou misstaan. De rechters gaven hem daar ook alle ruimte voor. Ze stelden geen enkele vraag maar luisterden aandachtig, ook al waren de verwijten van Wilders niet mals.
Respect voor de rechters klonk er niet door in de woorden van Wilders. Hij zei hen te beschouwen als uitvoerders van orders van de minister van Justitie. Het hele proces is in zijn ogen een show. Daarmee trek hij de onafhankelijkheid van de rechtspraak in twijfel. Terwijl het hem een gruwel wanneer allochtone verdachten justitie verwijten vooringenomen en racistisch te zijn. Dan hamert Wilders er op dat de rechter in ons land onafhankelijk is. Dat is dubbel.
Wat uiteindelijk het vonnis zal zijn, is pas op 9 december bekend. Vast staat wel dat het opschudding zal geven. Als Wilders wordt vrijgesproken zullen linksere groepen en vooral de bestuurlijke elite zich roeren; wordt hij veroordeeld, dan zal de PVV-achterban in verzet komen.
Toch is het niet denkbeeldig dat een veroordeling voor Wilders en zijn PVV electoraal gunstiger is dan een vrijspraak. Natuurlijk is het zuur om 5000 euro boete te moeten betalen – gesteld dat de rechter de eis overneemt. Maar het staat als een paal boven water dat Wilders voldoende vermogende vrienden heeft die dat voor hem willen betalen. Belangrijker is dat door een veroordeling de partij van Wilders nieuwe vrienden krijgt die komend voorjaar hun stem zullen geven aan zijn partij. De verdrukte roept immers altijd sympathie op.
Natuurlijk mag dit bijeffect de rechters er niet van weerhouden om recht te spreken. De eerder benoemde onafhankelijkheid van de rechtspraak dient immers ook gehandhaafd te blijven tegenover het algemeen volksgevoelen. Want dat is even veranderlijk als de wind.
Toch roept het hele Wildersproces vragen op. Niet omdat het niet het zinvol is dat de rechter zich buigt over de vraag of er grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting. Dat is zeker van belang. Maar waarom heeft justitie dat al niet veel eerder gedaan? Zijn de uitspraken van Wilders nu zo ontzettend anders dan denigrerende opmerkingen die eerder zijn gemaakt over minderheden? Wie even graaft in het verleden kan vergelijkbare opmerkingen vinden over Surinamers, Joden en christenen. Waarom was daar dan geen ophef over? Is justitie dan toch bezweken voor de maatschappelijke druk om de opmars van Wilders te stoppen?
Dat het niet eenvoudig is om Wilders te pareren, weten inmiddels veel politici en beleidsmakers. Toch is dat de grote uitdaging. En de sleutel is dan niet de pijlen te richten op de markante politicus, maar veelmeer het probleem dat hij aankaart van hem afpakken en daar als politieke partij zelf werk van maken. Te lang is de multiculturele samenleving gekoesterd als een ideale ontwikkeling. Te weinig was er het besef dat dit probleemkind bijzondere zorg, aandacht en een stevige aanpak verdient.