De synode gaat akkoord met de notitie ”De Maaltijd van de Heer”. Die gaat –aangevuld met gespreksvragen en een verslag van de bespreking door de synode– naar de kerkenraden en gemeenten als basis voor gesprek en bezinning op het heilig avondmaal.

Volgens scriba dr. De Reuver is de notitie niet bedoeld om aan alle gemeenteleden te geven. „Maar het stuk kan kerkenraden helpen om de betekenis en achtergronden van het avondmaal scherp te krijgen.”

„Maar het stuk kan kerkenraden helpen om de betekenis en achtergronden van het avondmaal scherp te krijgen.”

Prof. dr. E. van ’t Slot vindt het van „levensbelang” dat de kerk het gesprek over het avondmaal op een inhoudelijke manier gaat voeren. Hij zou het toejuichen als gemeenten met name ook zouden spreken over de frequentie van het vieren van het heilig avondmaal.

Diaken G. J. Mink (Herwijnen) vroeg aandacht voor zaken als voorbereiding, zelfonderzoek en avondmaalsmijding. Ook is de notitie volgens hem niet duidelijk genoeg over de presentie van Christus in het avondmaal.