Opinie

De luiken open?

28 April 2004 12:01Gewijzigd op 14 November 2020 01:10

Al dan niet onder invloed van coalitiepartner VVD heeft minister Van der Hoeven haar standpunt ten opzichte van zwarte scholen bijgesteld. Een halfjaar geleden zag zij die nog niet als probleem. Er zijn nu eenmaal wijken die overwegend zwart zijn en die leveren logischerwijs zwarte scholen op, zo was haar redenering.Vooral de islamitische scholen staan echter ter discussie. Hun aantal groeit snel en in brede kring (van SGP tot SP) is men daar niet gelukkig mee. Ons onderwijsstelsel is nooit bedoeld geweest om een islamitische zuil te realiseren. Bovendien leidt de oprichting van deze scholen tot een concentratie van leerlingen die tot een etnische minderheid behoren (waardoor hun Nederlands tekortschiet) en bovendien uit een maatschappelijke achterstandspositie komen.

Bij christelijke scholen met een zeer uitgesproken identiteit, die tegenwoordig nogal eens op één lijn gesteld worden met moslimscholen, zijn die gezichtspunten niet aan de orde. Het zou daarom niet billijk zijn dat maatregelen die bedoeld zijn om de groei van het aantal moslimscholen tegen te gaan, ook die christelijke scholen zouden treffen.

Thans komt de minister met het criterium dat het leerlingenbestand van nieuwe scholen hoogstens voor 80 procent uit achterstandsleerlingen mag bestaan. Dat is een tamelijk gezocht criterium. Want als vier van de vijf leerlingen uit een achterstandsmilieu komen, bepalen die het niveau van de klas en het sociale klimaat op school.

Bovendien geldt dat als de school eenmaal bestaat, het percentage achterstandsleerlingen tot 100 mag stijgen. Wel zal deze maatregel helpen om de oprichting van islamitische scholen te bemoeilijken. Voor de groei van bestaande moslimscholen vormt hij geen belemmering.

Aan het recht van het bijzonder onderwijs om leerlingen te weigeren, wil de minister gelukkig niet tornen. Wel deed zij een oproep, ook in de richting van reformatorische scholen, om leerlingen uit andere milieus toe te laten, wanneer hun ouders bereid zijn de grondslag van de school te respecteren. Bij het reformatorisch onderwijs moeten de luiken open, zo zei zij in een interview.

Wat komt er echter door die luiken naar binnen als je ze open zet op de manier zoals de minister wil? Op reformatorische en aanverwante scholen is er meestal wel enige ruimte voor leerlingen die uit andere levensbeschouwelijke milieus afkomstig zijn. Een paar van die leerlingen zullen heus de identiteit van de school niet in gevaar brengen, zelfs al zou een van hen Mohammed heten. Hopelijk blijft er iets hangen van wat hun daar ook in het godsdienstonderwijs werd aangereikt.

Maar het moeten er niet te veel worden. Zeker in het voortgezet onderwijs zijn de leerlingen medebepalend voor het schoolklimaat. Bij het reformatorisch onderwijs is dat niet anders. Zelfs bij een strikt toelatingsbeleid hoef je niet beducht te zijn (als dat al reden tot zorg zou geven) dat de leerlingen wereldvreemd opgroeien.

Ook op reformatorische scholen is de wereld bij de leerlingen in ruime mate present, zo moet helaas geconstateerd worden. Daarvoor hoef je, om de beeldspraak van minister Van der Hoeven vast te houden, de luiken niet verder open te zetten. Een zeker sociaal isolement is echter wezenlijk voor een opvoeding overeenkomstig de doopbelofte. Er moet sprake zijn van een afgezonderd volk. Zeker in deze tijd kan het geen kwaad om daar op te wijzen.

Het handhaven van een eigen toelatingsbeleid is daarom van groot belang voor de identiteit van een reformatorische school. En dat zowel ten opzichte van etnische minderheden als ten opzichte van ouders die vanwege het voortgaande identiteitsverlies van veel protestants-christelijke scholen zich bij gebrek aan beter tot het reformatorisch onderwijs wenden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer