Dat staat in een motie van D66, ingediend tijdens de Algemene Beschouwingen, die gisteravond in de Tweede Kamer zeer brede steun kreeg, ook van de regeringspartijen PvdA en VVD. Premier Rutte wilde alleen beloven dat het kabinet „zo snel mogelijk” met een voorstel komt.

Op 6 april stemde een meerderheid van de Nederlandse kiezers tegen het verdrag. Rutte heeft vanaf het begin gezegd dat hij recht wil doen aan de nee-stem. Als Nederland het verdrag niet ondertekent, zal het toch bijna volledig worden ingevoerd door de 27 andere EU-landen, aldus Rutte. Dan blijft de nee-stemmer volgens hem met een kater achter. Daarom wil hij via onderhandelingen het verdrag minder vergaand maken. Maar de Kamer vindt het slecht voor het toch al matige vertrouwen van het volk in de politiek om nog langer te dralen.

Ook nam de Kamer gisteren een motie van CU-leider Segers aan, die het kabinet vraagt om ervoor te zorgen dat moskeeën in Nederland geen financiële giften meer kunnen ontvangen uit landen die zelf geen godsdienstvrijheid kennen. Premier Rutte noemde uitvoering van de motie gisteren lastig en ontraadde hem. Segers daarentegen hield vol dat het op grond van het „wederkerigheidsbeginsel” alleszins redelijk is om geldstromen vanuit bijvoorbeeld Saoedi-Arabië richting Nederlandse moskeeën tegen te houden. Een meerderheid van de Kamer was het daarmee eens.

De minister-president zei wel dat er binnen het kabinet druk gesproken wordt over de aanpak van buitenlandse financieringsstromen. Hij verwacht dat hij hierover halverwege oktober een brief naar de Kamer kan sturen.