Onderwijs & opvoeding

„Het gesprek komt toch vaak weer op de Driestar”

Vader is wiskundeleraar op het vmbo, moeder directiesecretaresse en dochter docent Engels. Het trio De Bruijn is verknocht aan het Driestar College te Gouda. Thuis gaat het gesprek over ‘hun school’ door.

Gerard Vroegindeweij

21 July 2016 14:37Gewijzigd op 16 November 2020 05:14
Drie leden van het gezin De Bruijn uit Gouda zijn werkzaam op het Driestar college. In de banken zitten vader Bert en moeder Lea. Dochter Esther staat voor hen. beeld, Martin Droog
Drie leden van het gezin De Bruijn uit Gouda zijn werkzaam op het Driestar college. In de banken zitten vader Bert en moeder Lea. Dochter Esther staat voor hen. beeld, Martin Droog

Vader Bert (57) uit Gouda geeft wiskunde op het vmbo en is decaan. „Eigenlijk wilde ik weerkundige worden, maar daar had je vwo voor nodig. Ik kwam na het invullen van de Cito-toets niet verder dan de lagere technische school. Ik blonk echter uit in wiskunde. Vervolgens deed ik mts elektrotechniek, maar in de praktijk bleek ik geen handige elektromonteur. De decaan van de mts adviseerde me iets met wiskunde te doen. Toen ben ik de lerarenopleiding wiskunde en economie gaan volgen. En met succes.”

Senior nam zich één ding voor: „Ik ga nooit lesgeven in de plaats waar ik woon. Maar mede dankzij mijn vrouw Lea, met wie ik al meer dan dertig jaar ben getrouwd, kwam ik toch bij de Driestar. Zij zag alle vacatures langskomen en attendeerde mij in 2003 op een advertentie van deze school. Omdat er destijds onvrede was op de school in Zoetermeer waar ik toen werkte, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en gesolliciteerd. Zo ongeveer dezelfde middag moest ik op sollicitatiegesprek komen en uiteindelijk ben ik hier beland. Dat is dertien jaar geleden, en ik moet zeggen dat het mij hier uitstekend bevalt. En het moet gezegd: zo veel leerlingen kom ik buiten schooltijd niet tegen.”

Moeder Lea (53) heeft een voorliefde voor kantoorwerk: „Ik zat vroeger thuis altijd al kantoortje te spelen, dus het lag wel voor de hand dat ik daar iets mee zou gaan doen. Uiteindelijk deed ik havo en volgde daarna een secretaresseopleiding. Maar het allerliefst was ik docent Engels geworden –daar ben ik namelijk aardig goed in. Maar ik wilde niet meer studeren, maar werken. Mijn eerste baan was secretaresse op een makelaarskantoor. Toen ik een advertentie las van de Driestar –de school waar ik zelf ook op had gezeten– was de keus snel gemaakt. In 1986 ging ik hier aan de slag. Toen in 1990 onze oudste dochter Elize werd geboren, ben ik gestopt met werken. Nadat de jongste naar school ging, ben weer aan de slag gegaan, eerst bij een klein verzekeringskantoor. Daarna ben ik op verzoek van de toenmalige directeur, Lock, hier op de roosterkamer terechtgekomen. Nu nu zit ik weer op het secretariaat. Ik werk drie dagen per week en met veel plezier.”

Dochter Esther Schouten-de Bruijn (24) is de middelste van de drie dochters. „Ik wist eerst niet wat ik wilde worden. Daarom koos ik in het voortgezet onderwijs voor een open profiel. Lerares Engels leek mij toen wel leuk. Ik had wel iets met die taal. Ik sprak heel veel Engels met mijn moeder. Dat deden we op de gekste momenten. Maar omdat ik twijfelde, ben ik toch naar de pabo van de Driestar gegaan. Toen ik daar zat, kwam ik er al snel achter dat de opleiding toch niets voor mij is. Blokfluiten is niet mijn ding. Al na enkele maanden besloot ik ermee te kappen. Toen ben ik alsnog de lerarenopleiding Engels gaan volgen. Ik koos voor de duale variant en moest toen op zoek naar een school voor mijn stage. De Driestar kende ik natuurlijk en die is ook nog eens lekker dichtbij. Zo kwam op achttienjarige leeftijd op de school terecht waar ik zelf als leerling op had gezeten.

Ik ben eigenlijk een combinatie van mijn vader, die docent is, en mijn moeder, die een talenknobbel heeft. En om het beeld compleet te maken: ik kwam hier op school mijn man tegen. Die had vroeger bij mij in de klas gezeten en was hier ook docent. Nu werkt hij elders. Bovendien geeft mijn tante ook hier les.”

Weten leerlingen dat jullie familie van elkaar zijn?

Esther: „Sommigen wel, anderen niet. Het gebeurt nog steeds dat mensen er ineens achterkomen dat mevrouw De Bruijn van de administratie mijn moeder is. Dat leidt vrijwel altijd tot leuke reacties: „U lijkt op haar.” Of juist andersom: „U lijkt helemaal niet op haar.”

Bert: „Het duurde soms jaren voordat mijn collega’s wisten dat ik met secretaresse Lea ben getrouwd.”

Esther: „Pas was het nog zo dat ik de deur van mijn lokaal open had staan in verband met de warmte…”

Bert: „…en ik wandelde er langs. Het was stil. Ik dacht: Nou, ze heeft orde, hoor. Het volgende deed zich voor:…”

Esther: „…Ik zei: Hé, pap! Toen zei een leerling: Die wil ik weleens zien. Toen riep ik mijn vader er even bij.”

Bert: „En toen ik een poosje later enkele leerlingen van Esther tegenkwam, riepen ze: Nou, ze doet het goed, hoor! Dat doet je als vader natuurlijk ook goed.”

Lea: „Leerlingen komen er ook achter dat ik met Bert ben getrouwd omdat wij samen elk jaar een Engels ontbijt klaarmaken voor degenen die een examenreis naar Engeland maakten. Als zij na hun reisje terugkomen in Gouda, staat er een ontbijt voor hen klaar. Bert heeft koken als hobby. Dan krijgen we altijd leuke reacties.”

Hoe vaak zien jullie elkaar op school?

Esther: „Mijn vader zie ik niet zo vaak. Soms zoeken we elkaar op, soms lopen we elkaar tegen het lijf. We zitten in verschillende gebouwen. Naar mijn moeder ga ik wat vaker, om zomaar even een praatje te maken. Sinds enkele maanden ben ik getrouwd.”

Lea: „Praktisch elke dag fietsen Bert en ik samen naar school en naar huis. Toen Esther nog thuis woonde, ging ze ook vaak mee. Dat was best bijzonder.”

Esther: „De leukste momenten vind ik als mensen erachter komen dat wij familie zijn. Je krijgt dan leuke, spontane reacties.

Mijn vader is amateurmeteoroloog. Wekelijks stelt hij het zogenoemde Driestarweerbericht samen. Er staat ook vaak een gerecht bij of iets dergelijks. Het bericht telt soms wel elf of twaalf kantjes.”

Bert: „Ik ben ook al een paar keer bij de directie geroepen voor advies bij extreme weersomstandigheden. Het is altijd lastig te beoordelen of kinderen nu wel of niet naar huis gestuurd moeten worden in verband met het weer.”

Lea: „Onlangs hadden we een personeelsuitje en daarvoor maakte Bert een personeelsreisweerbericht.”

Hoe vaak is de Driestar het onderwerp van gesprek tussen jullie?

Lea: „Best wel vaak. Als er bijvoorbeeld berichten zijn van ziekte en overlijden, spreken we daar met elkaar over.”

Esther: „We vertellen de verhalen ieder vanuit de eigen invalshoek, en krijgen dan een compleet beeld.”

Bert: „Het kan ook weleens te gek worden. Dan zeggen we: Laten we het eens over iets anders hebben, bijvoorbeeld de vakantie.”

Esther: „Of dan is het gewoon stil, maar regelmatig komen we toch weer uit op de Driestar.”

Wat doen jullie om buiten schooltijd de Driestar te vergeten?

Bert: „Koken, weerberichten maken, kerkenraad, eh…”

Esther: „Genoeg, u mag niet meer. Mamma?”

Lea: „Ik naai graag kleding. Verder doe ik veel met familie en probeer contactmomenten met de kinderen te organiseren. Samen met mijn man wandelen en fietsen doe ik ook graag. En ik zit al dertig jaar op een koor.”

Esther: „Zingen doe ik ook graag. Verder houd ik van sporten en van lezen. Mijn man houdt ook van spelletjes. Verder rommel ik graag in en om het huis.”

Wat moet er anders in het onderwijs?

Esther: „De kwaliteit van het Engelse onderwijs mag op de Driestar gemiddeld wel iets omhoog.”

Bert: „Met wiskunde zitten we landelijk boven het gemiddelde. Waar we in ieder geval niet naartoe moeten, is de situatie dat leraren een soort coaches worden. Basis- en kaderleerlingen hebben extra steun nodig. Klassikaal onderwijs hoort daar ook bij. Je hebt dan ook contact met die leerlingen. Dat zou ik niet willen missen.”

Esther: „Ik ben ook wel van het klassikale lesgeven. Ik wil best meedenken over manieren waarop we in het onderwijs kunnen omgaan met verschillende niveaus. Met Engels zijn er grote verschillen. Ik ben op zich niet tegen vernieuwingen, maar er is wel draagvlak nodig en een goede voorbereiding.”

Bert: „Ik zit nu 32 jaar in het onderwijs en denk steeds vaker: Laten we eerst de ene vernieuwing nu eens afronden voordat we aan de volgende beginnen. Het denken hoeft niet stil te staan en differentiatie is ook prima, maar laten we goed nadenken over de manier waarop we die differentiatie vormgeven. Laat de overheid nu eens een eind maken aan de onrust in het onderwijs. Door alle onrust krijgen mensen een burn-out.”


zomerserie Zo ouder, zo kind

Dit is het eerste deel van een serie over ouders en kinderen die op dezelfde school werken.

Meer over
Zo ouder zo kind

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer