„Deze verkiezingen betekenen dat de politieke krachten die Zuid-Korea 44 jaar lang hebben gedomineerd gedwongen zijn van het toneel te verdwijnen”, zei de leider van de Uri-partij, Chung Dong-young. De voornaamste rivaal van de Uri-partij, de conservatieve Grote Nationale Partij, gaat van 137 naar 121 zetels.

De verkiezingen werden gezien als een referendum over zijn afzetting, waar een grote meerderheid van de bevolking tegen was. Het constitutionele hof moet zich nog uitspreken over Rohs afzetting. Tot dan is Roh geschorst.

Het parlement heeft Roh afgezet in verband met economisch wanbeleid, corruptiezaken waar zijn medewerkers bij betrokken waren, en zijn oproep aan de kiezers om op de Uri-partij te stemmen. In Zuid-Korea mag de president de kiezers niet proberen te beïnvloeden.

Tot voor kort leek de Uri-partij af te stevenen op een nog grotere zege, maar partijleider Chung raakte veel stemmen kwijt toen hij zei dat ouderen op de verkiezingsdag maar beter thuis konden blijven, zodat de jongeren over de toekomst konden beslissen. Dat zetten de ouderen Chung massaal betaald door wel te gaan stemmen, en niet op zijn partij.

De conservatieven hebben hun wortels in de militaire dictatuur. De liberalen staan een politiek voor van nauwere samenwerking met Noord-Korea en meer afstand tot de Verenigde Staten.

Politiek commentatoren in Zuid-Korea repten vrijdagmorgen overigens vooral over de opmars van de Koreaanse Democratische Arbeidspartij (KDLP), die tien zetels kreeg en voor het eerst tot het parlement toetreedt. Deze voor Zuid-Koreaanse begrippen enige echte progressieve partij is tegen de aanwezigheid van Zuid-Koreaanse troepen in Irak.